bestaan
/an de
azen
Afwassen
Irma vertelt: Heel goede herinneringen bewaar ik aan het afwassen en afdrogen
's avonds na het eten. Op het moment zelf besefte ik niet hoe waardevol het
eigenlijk was: ik vond het niet altijd eerlijk dat de meiden moesten helpen en
dat de jongens iets anders konden gaan doen. Maar bij het afwassen stonden
we negen van de tien keer te zingen, meerstemmige liedjes van het koor-
onvergetelijke en heel dierbare herinneringen.
Voor onze ouders was het hard werken: er kwam veel bij kijken om alles in het
steeds groter wordende gezin goed te laten reilen en zeilen. Onze ouders waren
allebei erg handig: vader Jan kon op het gebied van klussen bijna alles zelf.
Dat kwam goed uit bij de talloze verbouwingen aan het huis (het huis was letterlijk
steeds weer te klein). Maar ook reparaties aan onze fietsen of andere kleine
klusjes deed hij zelf. Altijd was hij bezig, met in zijn kielzog vaak Mats en Sjaak
die veel interesse hadden in alle kluswerkzaamheden. Moeder Vera kon heel goed
overweg met de naaimachine en maakte uit een oude jas of jurk weer 1 of 2 nieuwe