de meisjes, en dat deden we fanatiek. Niets ergers dan verliezen van de openbaren
of de katholieken. Het is anno 2014 haast niet meer voor te stellen, maar religie
speelde ook een rol bij het doen van boodschappen. Er waren veel meer winkels
in het dorp dan nu nog het geval is, en je wist precies of een winkelier christelijk
of openbaar was. Mijn moeder had veel verantwoordelijkheidsgevoel. Ook al vond
ze de openbare slager (Jonker) beter dan de christelijke (Kuitwaard), ze ging óók
naar de christelijke. De man gooide wel z'n eigen glazen in. Op een bloedhete dag
stuurde mijn moeder mijn zus Anke, toen een jaar of vijf, zes, met een briefje naai
de christelijke slager. Kuitwaard stuurde haar terug met de mededeling: 'Ga je eerst
maar eens fatsoenlijk aankleden.' Anke droeg een badpakje, vandaar. Woedend
ging mijn moeder verhaal halen bij de slager, ze verliet zijn zaak met de mededeling
dat ze nóóit meer een cent bij hem zou uitgeven. En ze hield woord.
Bijbaantjes
Dankzij mijn bijbaantjes leerde ik in die jaren het dorp goed kennen. In het weekend
en in de zomervakanties werkte ik bij Jan en Siem Volkers, in hun groentezaak.
Vrijdag in de namiddag en zaterdag ging ik mee venten, we reden dan met de
groentewagen door het dorp. Op vrijdagmiddag en avond naar het Zuideinde, op
zaterdag was de rest van het dorp aan de beurt. Dat was een bewerkelijke klus.
Sommige mensen kwamen zelf naar de wagen om inkopen te doen, maar bij veel
anderen ging of jonge Siem of de oude Siemen Volkers, met z'n onafscheidelijke
sigarenstompje in de mond, eerst de bestelling opnemen, dan maakten we die in orde
en dan brachten de gevulde mand ook weer tot in de keuken. We hoorden natuurlijk
alle nieuwtjes en wisten wie er ziek was, wie zwanger, wie ruzie hadden enzovoort,
enzovoort. Dat werk heb ik een aantal jaren gedaan, na verloop van tijd kon ik
precies zeggen wie in Sint Pancras van welke groente hield.
In de zomervakantie hielp ik een aantal weken bij het maken van bessensap, dat
deed Volkers ten behoeve van de eigen winkel maar de firma leverde ook aan de
Alkmaarse ziekenhuizen. Als we 's ochtends vroeg aan de slag gingen, stond de rode
biet al in grote manden te koken, want Volkers verkocht in de winkel gare biet. De
oude Siemen had zo z'n eigen methode om te kijken of de biet al gaar was. Hij had
een hele lange, en hele vieze, duimnagel die hij in een aantal bietjes prikte, het is er
de reden van dat ik tot op de dag van vandaag geen rode biet lust.
Ik had ook een aantal jaren een krantenwijk, bezorgde verschillende ochtendbladen
door het hele dorp. De Telegraaf, het Nieuws van de Dag en Het Vrije Volk, alleen
Trouw had een andere bezorger. Vrijwel iedereen had in die tijd een abonnement op
131