is overleden, zonder bij uitersten wil over hare na te laten goederen beschikt te
hebben, dat zij heeft nagelaten vier kinderen de bovengenoemde Antje, Aagje,
Jacob en Maartje Tol, alle geboren uit haar eerste huwelijk met Gerrit Tol, en
welke vier kinderen bij het ontbreken van andere kinderen of afkomelingen van
vooroverledene kinderen der erflaatster hare erfgenamen zijn en wel ieder voor
een vierde harer nalatenschap, dat de overledene geene onroerende goederen
bezat en door haar overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn
overgegaan of vervallen en zij geene goederen in vruchtgebruik had, en dat zij
als legatarissse van haren op den 2 Mei 1849 te Sint Pancras overleden vader
Jacob Kleijenburg krachtens diens testament op den 16 Mei 1849 voor den
notaris Abraham Pieter de Lange, toen gevestigd te Schoorldam, gemeente
Warmenhuijzen, verleden, heeft verkregen eene som van Een duizend guldens
fl. 1000 onder de last om die som uit te keeren aan hare kinderen, reeds
geboren of nog geboren zullende worden, en voorts onder bepaling dat
gedurende het bezwaar, dit legaat onder bewindvoering zoude blijven - welk
legaat ten gevolge van haar overlijden aan haar 4 boven genoemde erfgenamen
is overgegaan.
Geteekend te Sint Pancras den 21 Mei 1872.
S Kriek
A Schoen
Jb Tol
J Meijer
(RAN, SUCCESSIE MEMORIES, inv. nr. 159, acte nr. 3/1889)
Neeltje Kleijenburg bezat dus bij haar overlijden geen onroerende goederen. Er moest
alleen de duizend gulden van het legaat uit haar vaders testament uitgekeerd
worden aan haar kinderen.