Neeltjes vader Jacob Kleijenburg deed op 16 mei 1846 een schenking onder de
levenden aan zijn dochter ten bedrage van fl. 5740. Hiermee werd de afbetaling van
eerder gedane onderhandse leningen van fl. 4600 op 1 april 1843 en van fl. 1140
op 4 mei 1846 kwijtgescholden.
huis (nr. 30) en erf van
Klaas Smit
huis (nr. 29) en erf van
Jan Heemskerk
820
weiland
699 huis (nr. 28) en erf van
Jacob Zwart
)0 huis (nr. 27) en erf van
Klaas Maars
1 Kerklaan
huis (nr. 25) en erf van
Jan Berkhouwer
813
weiland
815
weiland
huis (nr. 24) en erf van
Klaas Ploeger
811
weiland
861
weiland
huis (nr. 26) en erf van
Cornelis Rus
huis (nr. 23) en erf van
Pieter Booij
862
weiland
huis (nr. 22) en erf van
Cornelis Groen
801
weiland
800
weiland
707 huis (nr. 21) en erf van
Gerrit Bakker
huis (nr. 20) en erf van
de Gemeene Armen
huis (nr. 20a) en erf van
de wed. Teunis Weel
796
weiland
795
bouwland
huis (nr. 19) en erf van
Jacob Dirksz Booij
Sint Pancras, huizen nrs. 19
Situatie omstreeks 1832
Neeltje Kleijenburg was tot de verkoop in 1854 onder art. 315 eigenaar van de
percelen kadastraal gemeente Sint Pancras sectie A nrs. 810 en 811. Volgens de
OAT van 1832 was Cornelis Rus (art. 81) eigenaar van deze percelen. Neeltjes oom
Pieter Dirksz Bakker had het bezit op 20 september 1809 overgedaan aan Jacob
Borst. Deze had het in december 1818 verkocht aan Cornelis Bakker die het in
1820 had doorverkocht aan Cornelis Rus.
Omstreeks 1850 woonde hier het gezin van Simon Kriek en Antje Tol die hier
kwamen wonen nadat ze vertrokken waren uit het huisje met nummer 3 bij de
m
2014