Maartje Folkers, huisvrouw van J. Kleijenburg, op 28 september 1839 inkomende van Oudorp, staan op dezelfde bladzij van dit boek vermeld. Neeltje en Jan waren daar waarschijnlijk echter al een jaar eerder komen wonen. Jan Pluis had op 22 maart 1838 een bakkerij in Sint Pancras gekocht die per 1 mei kon worden betrokken en Neeltje compareerde op vrijdag 29 juni 1838 als huisvrouw van Jan Pluijs broodbakker, wonende met denzelve haren man te Sint Pancras, voor mr. A.P. de Lange, notaris te Alkmaar, om haar testament te regelen. Ze legateerde aan haar man Jan Pluijs al datgene waarover ze volgens de wet bij haar overlijden zou beschikken. Tevens benoemde ze tot voogd over de na te laten minderjarige kinderen uit haar eerder huwelijk met Gerrit Tol, Klaas Duijf landman wonende te Sint Pancras, aan wie ze daartoe alle vereiste macht gaf. Jan Pluis werd zodoende bakker in Sint Pancras. Hij had de bakkerij op 22 maart 1838 voor een bedrag van fl. 3000 gekocht van Philippus Wilhelmus Motthé. De koop werd verleden voor notaris Adrianus Petrus de Lange te Alkmaar, en betrof een hecht, sterk en weldoortimmerd huis en erve, zijnde eene broodbakkerij, geteekend met nommer 3, met een boet en werf en woonhuisje, alles staande en gelegen te Sint Pancras, bij het kadaster bekend in Sectie A onder nommers 753 en 754, ter gezamenlijke grootte van zestien roeden en negentig ellen, belend ten zuiden met Pieter Wognum en ten noorden met Dirk Nol. Het gekochte kon per 1 mei aanvaard worden. Volgens de koopakte was het bijbehorende woonhuisje echter voor een jaar verhuurd aan Geertje Strijbis voor fl. 25. De huur daarvan ging in op 1 mei van dat jaar en kon wekelijks geïnd worden. Voor de financiering van de koop leenden Jan Pluis en Neeltje Kleijenburg op 21 maart onderhands een bedrag van fl. 1000 van Neeltjes vader. Deze lening komt voor in de inventaris van de gemeenschap van goederen tussen Jacob Kleijenburg en Maartje Booij, die op 1 november 1838 overleed. Al op 1 maart 1839, dus maar vier maanden later, is Jacob getrouwd met Maartje Volkers. Eerst moesten er echter nog wat achterstallige financiële zaken geregeld worden. Neeltjes aandeel in de nalatenschap van haar moeder, Aagje Dirks Bakker Jacobs eerste vrouw, werd op 21 januari 1839 voor notaris Adrianus Petrus de Lange vastgesteld op een bedrag van fl. 308.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2014 | | pagina 107