Opa Duif werd in die tijd wat warrig. Op een dag, 's morgens bizar vroeg, zag zijn
zoon Jaap Duif in de kas aan de overkant, dat
opa Duif al druk bezig was in het ketelhuis met
kranten vouwen, die gebruikt werden om de
bossen tulpen in te wikkelen!
Neeltje Wagenaar-Duif en haar gezin
verhuisden van Benedenweg 10 naar het huis
van haar broer, stuivertje wisselen dus. Haar
jongens Jan, Jack en Klaas hielpen ook mee
in het bedrijf van hun oom. Opa Duif stierf in
1948. In 1953 zijn er heel wat gezinnen naar
overzee vertrokken, Jaap Duif besloot die stap
ook te doen, het werd Zuid-Afrika omdat hij
zich wat de taal betrof er beter zou kunnen
redden dan in het Engelstalige Canada of
Amerika. Moeder Neeltje Wagenaar-Duif
kwam weer terug in het woonhuis op nummer
10 met haar gezin. Zij namen toen het bedrijf
weer over.
Altijd bezige moeder Neeltje op het
straatje naast het huis (1963/1964)
voor ae verwarming van
de kassen, voor en achter
werd eerst cokes gebruikt,
er was een smalspoor op
het erf van voor - over de
weg - naar achter het huis,
met kiepkarretje voor het
vervoer. Later gingen ze over
op oliestook, er werd een ruim
ketelhuis achter gebouwd
en de ketel aan de overkant
werd ook geschikt gemaakt
voor olie. De kassen werden
vernieuwd, op gezette tijden
V.l.n.r.: Klaas, Jan en Jack voor
het oude ketelhuis
&e$S5?8w?
mm