Hier waren twee achterdeuren, een voor het gezin en de andere was de ingang naar de koestal, later dus voor de toenmalige bewoners, op de noordzijde waren drie stalraampjes. De indeling van de boerderij was als volgt, bewoning aan de voor- en zij zijden, binnenin was nog een opkamer met voor beluchting een uitzetraampje en een luikje in het plafond naar de zolder, waarschijnlijk ook voor frisse lucht. Daarachter was dus de Dars, en de achterdeur. In latere jaren werd een douche gemaakt, een zeer simpele maar wel gemakkelijk schoon te houden ruimte, glad afgestreken betonnen wanden. Op die Dars een afgeschoten ruimte waarin een betonnen spoelbak stond en de wasmachine, Aan de voorzijde waren in de kamers bedsteden ingebouwd en een paar diepe kasten waarin op de verdiepte vloer ruimte was voor geweckte groente in glazen potten. Ook werden er bonen in het zout in Keulse potten op zolder bewaard. In de keuken op de zuidwesthoek bevond zich een wc. die in de zeer koude winters vorstvrij werd gehouden door een driepits peteroliestel. Voor de familie Maarten Groen die inwoonde op de Noordzijde van het huis, de huiskamer aan de voorzijde en de keuken en de slaapkamer op de voormalige koestal, was er een huisjeop de punt van de 'Wik', boven de sloot (een Wik was een zijslootje vanaf de Veert die bijna bij elk perceel wel aanwezig was.). Wel wat ongemakkelijk en ver voor de familie Groen, maar die waren allang blij dat ze er konden wonen. Wik met vletje Er is nog een verhaal dat toen er een nieuwe schoeiing gemaakt moest worden op de punt van de Wik bij dit 'huisje' en je via een plank naar de overkant kon, Teun Bakker die dit klusje klaarde, misstapte en in de derrie terecht kwam... wat hij toen zei en hoe hij toen geurde... vreselijk. 176 - i

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2013 | | pagina 178