werd gestald aan de Straatweg in een garage in Heiloo. De Willibrordus-stichting
was een marine-lazaret geworden en ik denk dat deze auto voor vervoer tussen Den
Helder en Heiloo werd gebruikt. Nadat de oorlog voorbij was wilden we graag deze
auto terug hebben. Hoewel hij van ons was geweest kregen wij hem niet omdat we
nog een auto hadden. Dat heeft me wel zeer gedaan. De auto werd toegewezen aan
Piet Schot broer van Gijs, omdat hij geen vrachtwagen meer had. Wel begrijpelijk.
anderen
)g naar
iten die
r werd
n een
laar
firma
naker
had
>st de
it te
de auto
Nadat de oorlog over was, konden we een GMC motor kopen. Deze is toen
ingebouwd in de Bedford. Dat was een secuur werk en bij Met was er een monteur
die dat heel goed in de vingers had. Vlak na de oorlog hadden we dus één Bedlord
met GMC motor. Daar kwam later een tweede bij en daarna hebben we nog twee
Bedfords gehad. En toen kwam de Guy, een Engelse diesel, die zeer zuinig reed
en moeilijk te stoppen was omdat de remmen het slecht deden. In Drenthe heb
ik daardoor een keer een ongeluk gehad met alleen blikschade. Later zijn we
overgestapt op Scania. Op een gegeven moment hadden we twee Bedfords, twee
Scania's en een Volvo met trailers voor los gestorte aardappelen. We hadden
losse vloerdelen die in schuine stand stonden en zo werden de aardappelen naar
het midden gerold en kwamen daar op een transportband, die de aardappelen
naar achteren voerden en zodoende werden gelost. Na het lossen legden we de
vloerdelen plat zodat op de terugweg andere goederen geladen konden worden.
We zijn ook weer naar de markt in Utrecht gegaan en daar kwam later Nijmegen
Vrtii