maal daar de lading weer lossen op de handkar om deze naar de markt te brengen. Dit was niet vol te houden en in de dertiger jaren werd een Ford gekocht en daarmee reed hij vanaf de veiling direct naar het pakhuis op de markt, dat vader huurde. Dat laar men. vader De markt was drie dagen in de week. Op de andere dagen werd er voor ander werk gezorgd. Jo de Vries werd de chauffeur en hij reed meerdere malen naar Groningen met de Ford. Drie a vier ton kool was alles wat de Ford kon dragen. De Ford had geen vrijdragende achteras en deze brak verschillende keren. Zo ook op weg naar Groningen op de Afsluitdijk. Dat was de laatste keer, want toen werd de Ford omgeruild voor een Chevrolet. Hier hadden we veel plezier aan. We gingen twee, soms drie keer per week naar de veiling in Utrecht en daar veilden we kool die gekocht was in Langedijk. Dat ging van de ene veiling naar de andere. Het verschil was dat in Utrecht de handelaren groenteboeren waren die een iets hogere prijs betaalden dan waarvoor wij in Langedijk inkochten. Zodoende was er iets te verdienen. In de dertiger jaren was het sappelen. De vader van Jan Klos reed wel eens voor ons en rekende 7,50 gulden vrachtkosten naar Utrecht. Hij was daar de hele dag mee bezig en hielp ook nog met het lossen en het afwegen van kisten van veiling Utrecht. Kisten ophalen bij de fustloods, ter plekke weer vullen met kool en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2013 | | pagina 115