Groningen besloten ook naar het westen te
verhuizen, zodat zij voor de nodige ondersteu
ning konden zorgen voor de jonge weduwe.
Met name Coba paste veel op de kinderen van
Klazina.
Ik teken het bovenstaande op uit de mond van
Ali Volkers-Nieuwland. Eén van de 3 kinderen
was Dien Buscher, de moeder van Ali. Ali kon
goed met haar oma uit Groningen overweg
en zij kan zich nog herinneren dat oma uil
bakeren ging om haar gezin draaiende te kun
nen houden. Van de 3 kinderen zijn Dien en
Nel in Groningen geboren. Hun broertje Jo
werd in 1913 in Sint Pancras geboren. Klazina
overleed op 27 november 1960 als weduwe
van Jaap Niessen.
Na het overlijden van Wilhelm Buscher zette
Okko Meyer, met hulp van een sigarenmaker
uit Alkmaar en met geleende spullen van de
firma Scheppers (eveneens uit Alkmaar), het
werk in de sigarenfabriek voort.
Okko had 2 zoons: Henk en Ernst. Beiden waren geboren in Oude Pekela en Ernst was nog
maar zes weken oud toen de familie in Sint Pancras terecht kwam. In Sint Pancras werd nog
een meisje geboren, dat Hilgien werd genoemd.
Aanvankelijk gingen pa en beide zoons gezamenlijk door met de sigarenmakerij. De opbrengst
was echter van dien aard dat Ernst een andere bron van inkomsten zocht en vond in grond
en kabelwerk. De productie van sigaren was beperkt van omvang. Naast eigen gebruik werd er
voornamelijk geleverd aan de plaatselijke rookwarenafdeling van Anton Kramer, het pand waar
later de carrière van Koos Alberts begon.
Tinie, de dochter van Ernst Meyer, en getrouwd met Jan Klos, kan zich nog her
inneren dat zij voor het laatst in 1953 hielp met het ringen van de sigaren (ringen: een
belastingbandje om de sigaren aanbrengen). Daar overheen ging het sierbandje.
Het zal rond dat jaar geweest zijn dat het fabriekje opgeheven werd. De attributen die nodig
waren bij de fabricage van de sigaren zijn naar de veelzijdige verzameling van Gijs Schot
gegaan.
Van de beide andere fabriekjes zouden wij dus graag meer willen weten. U kunt contact
opnemen met Peter Tergau, eindredacteur van De Klin.
63