De volgende stap was een
kwestie van informatie ver
zamelen. In de eerste plaats
via de veteranen die nog
onder ons zijn. Ik dacht dat
het er hooguit zo'n twintig
konden zijn. Het werden er
meer dan vijftig! Via inter
views met de veteranen die
nog onder ons zijn en de
nabestaanden van hen, die
inmiddels zijn overleden,
wisten wij, Peter en ik, heel
wat materiaal te verzamelen
in de vorm van interviews, dagboeken en foto's. Daarnaast hebben wij contact gehad met
de gemeente Langedijk, het Regionaal Archief, redactie van Checkpoint, Sobat, het Veteranen-
instituut etc.
en ik meer de emotioneel his
torische kant.
De medewerking m.n. van de veteranen en nabestaanden was heel positief. Slechts 3 veteranen
hebben te kennen gegeven om op emotionele gronden af te zien van informatieverstrekking.
Dat hebben wij uiteraard gerespecteerd. Gezien de hoeveelheid informatie wisten wij op een
gegeven moment dat wij tot een verantwoorde uitgave konden komen.
Ja, dan komt het financiële
plaatje aan de orde. Con
tact met het college van B.
en W. mondde uit in een
toewijzing van een bedrag
aan subsidie, dat ons verder
op weg hielp. Zes aange
schreven militaire organisa
ties leverden geen cent op,
want - zo was de redenering
- de opzet is te lokaal. Daar
dachten wij anders over!
Contact met ons plaatselijk
Kossen-Leijenfonds leverde
een garantie-toezegging op.
Van de fam. R de Wit kregen