De laatste jaren zie en hoor ik ze regelmatig
in ons dorp, de sierlijke staartmezen. Het
zijn zwart, wit en roze vogels, de staarten
zijn zwart en meer dan de helft van de
vogel wordt gevormd door de staart. In de
winter zijn zij vaak in het gezelschap van
andere mezen, zoals de koolmezen en de
pimpelmezen. Ijverig inspecteren zij dan,
buitelend en balancerend zoals dat bij
mezen past, loof en naaldhout, op zoek
naar spinnen, bladluis en andere insecten.
Zeker is dat zij in de Beverkoog broeden, daar zie ik in de zomer vaak groepjes jonge vogels
met hun ouders. Wat betreft de nestbouw is de staartmees een virtuoos, het nest wordt
gemaakt van mos, vezeltjes, reepjes boombast en wordt met insectenspinsel en haar tot
een viltachtige massa verwerkt. De buitenkant wordt bekleed met korstmos en de binnen
kant wordt overvloedig voorzien van veertjes. Een enthousiaste natuurvorser heeft eens de
veertjes geteld en kwam tot een aantal van
2.379.
Het nest is ovaal tot bolrond van vorm, het ziet
er ongeveer uit als een fles. Tijdens de broed-
Lijd zien de staarten er meestal een beetje
krom uit, dit zijn dan ook de staarten van
de vrouwtjes, die het broeden van de ongeveer
10 eieren voor hun rekening nemen.
Als de jongen opgroeien hebben zij steeds
meer ruimte nodig en dan blijkt het best wel
handig zo'n rekbare wieg, soms wordt de ruim-
te dan ook wel erg krap en steken de staartjes van de jongen door het nest naar buiten. Dan
lijkt het hele geval wel op een stekelvarken. De jonge vogels vliegen uit als ze 14-18 dagen oud
zijn. Hun voedsel bestaat uit insecten, zoals allerlei larven en spinnen en hun eieren.
Staartmees
(Aegithalos caudatus)
92