De Heerlijkheid Sint Pancras
door B. Buitink.
In de Franse tijd werd Nederland ingedeeld in gemeenten. In 1812 werden Sint Pan
cras en Oudorp toegevoegd aan de gemeente Broek op Langedijk, maar dat was voor
korte tijd want op 1 mei 1817 werden Sint Pancras en Oudorp beide een zelfstan
dige gemeente. Nadat in 1972 het Zuideinde aan de gemeente werd toegevoegd, werd
Sint Pancras op 1 januari 1990 samengevoegd met de gemeente Langedijk. Zo kwam
Sint Pancras voor de tweede maal, na 173 jaar, weer met Broek in één gemeente.
Voordat er gemeenten werden gevormd was het bestuur totaal anders georganiseerd.
De steden hadden een grote mate van zelfbestuur, maar het platteland was merendeels
opgedeeld in z.g. heerlijkheden. In dit artikel zullen we nagaan hoe de bestuurlijke
situatie van Sint Pancras zich in de loop der tijd in grote lijnen heeft ontwikkeld en zul
len we met name stilstaan bij de rol van de ambachtsheer, c.q. vrouwe in het bestuur.
Voordat Floris V de Westfriezen had onderworpen
in 1288, was er in onze regionen waarschijnlijk geen
sprake van heerlijkheidrechten. De Westfriezen
vormden vrije boerengemeenschappen die vrijwil
lig samenwerkten in vier ambachten; het Drechter-
land, Houtwouderambacht, Geestmannerambacht
en Niedorperambacht. Deze samenwerking betrof
vermoedelijk met name de waterhuishouding en
militaire zaken: het op de been brengen van man
schappen om strijd te leveren tegen de Hollanders.
De ambachten bestonden uit vier koggen, die op
hun beurt uit een aantal bannen (dorpen/buur
schappen) bestonden. Floris liet deze organisatie
structuur ongemoeid; hij kon er goed gebruik van
maken bij het innen van belasting en het oproe
pen van strijders voor de militaire dienst.
Vroege geschiedenis
Het begrip heerlijkheid vindt zijn oorsprong in de feodale tijd (in de vroege middeleeuwen).
Het is een gebied dat door een heer (of vrouwe) wordt bestuurd. Deze heer bestuurt dat gebied
namens een hogere heer, b.v. een graaf. En hij moet een deel van de inkomsten die hij uit het
gebied, de heerlijkheid, verkrijgt afgeven aan die graaf. Hij is dus een soort zetbaas (in de mid
deleeuwen een z.g. vazal). De graaf op zijn beurt is weer een vazal van een koning of keizer.
De rechten van de heer, de heerlijkheidrechten,
komen er op neer dat hij de inwoners belastin
gen kan opleggen en kan laten betalen voor
allerlei zaken. Ook bemoeit hij zich met het
bestuur en rechtspraak.
Floris V, de eerste Heer van West-Friesland