Jonker schreef woordelijk: 'De financiële positie van de gemeente is goedook op langere termijn, zoals de Gedeputeerde Staten meermalen schreven in de door haar uitgebrachte nota's over de gemeentelijke herindeling.' (Gemeenten moeten jaarlijks hun begroting en rekening ter goedkeuring naar G.S. opsturen en deze hebben daardoor een goede kijk op de gemeentelijke portemonnaie.) Jonker beantwoordde dit met 'De begroting sluit jaarlijks met een redelijk bedrag voor onvoorziene uitgaven. Het niveau van de vrij besteedbare reserves, is zoals aangetoond door de Vergelijkende Budgetanalyse 1988 (V.BA) van het VB Accountantskantoor VNG, uitgedrukt in het bedrag per inwoner, aanzienlijk hoger dan in gemeenten van vergelijkbare grootte. Dat komt ook tot uitdrukking in het gering bedrag aan geldleningen dat is gesloten om de gemeentelijke investeringen te financieren. Exclusief de voor de bouw van woningwetwoningen gesloten geldleningen wordt bijna 60% van de financieringsbehoefte gedekt door de eigen reserves. Als daarbij in aanmerking wordt genomen dat het voorzieningenniveau op het hoogst mogelijke peil staat en aan een verdere uitbreiding geen behoefte bestaat kan de financiële positie voldoende weerstandsvermogen worden toegedacht om problemen op te vangen. Conclusie: De jaarlijks met een redelijk bedrag voor onvoorziene uitgaven sluitende begroting en de aanzienlijke vrij besteedbare reserves waarborgen een ruim weerstands vermogen om problemen te kunnen opvangen. Het verhaal van Jonker kan worden samengevat als: Sint Pancras is een levenskrachtige ge meente, het kan op eigen benen staan en het bezit een leuke spaarpot, waaruit indien nodig onverwachte tegenvallers kunnen worden bestreden. Met andere woorden: het kan gemakkelijk zelfstandig voortbestaan en behoeft niet te worden samengevoegd met een andere gemeente. Het geschrift is naar alle leden van de Tweede Kamer gestuurd, of men de moeite nam om het te bekijken... Toen de dagelijkse gang naar het gemeentehuis van Sint Pancras niet meer aan de orde was wist het echtpaar Jonker ook van het vrijere leven te genieten. Vaak trokken ze met hun caravan naar Drente of de Veluwe en kampeerden daar in de Staatsbossen. Per tandem genoten ze van schoonheid en rust. Wanneer de zon verstek liet gaan bezochten ze graag opera en orkesten. Enkele malen trok Wim zijn secretariskledij aan om een familielid of vriend te trouwen, (zie de foto aan het begin van dit artikel). Zijn kinderen vertelden dat zijn laatste jaren erg moeilijk waren. De gezondheid van zijn vrouw liet te wensen over en haar verzorging vroeg veel van hem. Toen hij haar los moest laten had het leven weinig aantrekkelijks meer voor hem. Een jaar na zijn Suza overleed Willem Jonker. Blijft de vraag: Een kleine gemeente wist een bibliotheek (gebouw), zwembad, sportvelden, scholen, tot stand te brengen en goed te onderhouden en daarnaast flinke reserves aan te kwe ken. Het moest zo nodig met een grotere worden samengevoegd om te kunnen voortbestaan. Zijn de voorzieningen en reserves nu nog aanwezig? A.B.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2009 | | pagina 57