86 In 1587 kwam er een boek uit van zijn hand. In 1590 kwam er in Venetië een boek uit van Cesare Vecellio met patronen voor Punto in Aria, sneewerk en reticella maar men zou deze patronen ook met klosjes kunnen maken. In het 3dc kwart van de 16de eeuw raakte het klossen door heel Europa verspreid. Toen kwam er een periode dat er veel kantboeken in Duitsland uitkwamen. Wat weer aangeeft dat het 4tk kwart van de l6de eeuw Duits land voor kant een belangrijk gebied was. Van 1560 tot 1620 waren stroken afgezet met kant of opstaande kragen in de mode. Gedragen met bijpassende manchetten, sjerpen en zakdoeken. De kant werd geklost van fijn linnengaren. Later ook gekleurde zijde of gouddraad. Rond 1580 werden de stroken gerimpeld kant mode. En toen is het klossen pas goed begon nen. Vele meters kant waren nodig. De adellijke dames kon den dat niet allemaal zelf klos sen. De handel in kant kwam op gang. Weeshuizen en arbei dersfamilies zagen wel brood in het klossen. Helaas zijn de kantwerksters er nooit rijk van geworden, er was immers geen gilde en dus geen beroepsbescherming, de kanthandelaren wel. Niet heel Europa was zo rijk als Venetië of Antwerpen maar toch wilde men zich door heel Europa tooien met fraaie kanten. Kant was erg duur. Italië maakte genoeg voor eigen gebruik en voor ex port. Regeringen van andere landen zagen hun geld naar het buitenland verdwijnen. Daarom zijn er meerdere keren wetten uitgevaardigd tegen het dragen van kant. De kerk ging er zich mee bemoeien. Kant was ijdel, ijdelheid een zonde. De kerk zelf was echter één van de grootste consumenten. Er kwamen voor schriften door wie en wanneer kant gedragen mocht worden. Want hoe onderscheidt een edelman zich van een werkman als ze dezelfde kanten dragen? In Venetië bijv. was het Joden verboden wit naaldkant of goud- of zilverkant te dragen. Wit kloskant mocht wel, maar niet breder dan 4 vingers.Waaruit zou blijken dat kloskant minder was.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2008 | | pagina 88