Kloskant komt hoogst waarschijnlijk voort uit passementen werk. Dit am
bacht, passementen maken, werd gedaan door het Passementengilde. Men
weefde draden door elkaar. Om deze draden niet in de war te laten raken
hing men er gewichten van lood, hout of been aan. Deze gewichten zijn de
voor lopers van de latere klosjes van de kantwerksters. Voor passementen
makers bleek het niet lonend kantachtige passementen te maken.
De dames uit de hogere klasse hielden zich bezig met borduren. Zij begon
nen zich daarnaast ook bezig te houden met kloskant. Dit en het feit dat
vrouwen geen lid mochten zijn van een gilde is de reden dat er nooit een
gilde voor kantwerksters is gekomen.
Kloskant wordt voor het eerst
genoemd in een testament van
twee Italiaanse dames.
Naald en kloskant hebben
zich naast elkaar ontwikkeld.
Dan had de ene soort, dan de
andere soort weer de boven
hand.
Afhankelijk van mode en eco
nomie in bepaalde periode" s
en landen. In Noord Italië en
Vlaanderen ontwikkelde het
maken van kant zich in onge
veer dezelfde periode. Dit is
niet zo vreemd als het lijkt. Het toont het karakter en de smaak van de
Renaissance.
De boekdrukkunst was uitgevonden. Patroonboeken waren de ideale ver
spreiders van patronen. Zo kwam het dat wat vandaag in Venetië in de
mode was, morgen al in Parijs, Antwerpen of Londen ook in de mode was.
De Nederlanders voerden handel door heel Europa en namen de mode
mee uit o.a. Italië naar De Nederlanden
In 1542 werd in Venetië het eerste patronenboek gedrukt, schrijver: Ma-
thio Pagano. Dit boek werd wel 30x herdrukt.
In 1557 verscheen "Le Pompe" .patroonboek voor kloskant. Er stonden te
keningen in en hoeveel klosjes per kantje nodig waren, maar geen tech
nische beschrijvingen. Veel hooggeboren dames hielden zich bezig met
handwerken. O.a. Catharina de Medici vrouw van Henri de Tweede. Zij
haalde de heerVincolo uit Venetië naar Frankrijk.
85
Klossen van een boekenlegger