De beknopte geschiedenis van de schaats. Wie aan een belangstellende leek vraagt wat de allereerste schaatsen wa ren, heeft grote kans ten antwoord te krijgen: dat waren benen schaatsen of koeienribben. Dit antwoord is dan goeden fout. Botten waren in derdaad de allereerste voorwerpen, waarop men zich kon voortbewegen over het ijs; schaatsen zoals wij dat tegenwoordig doen is iets heel anders. Benen schaatsen of, wat een betere benaming is: glissen of glijders, kwa men al in de pre-historie voor. Men bewoog zich hierop voort zoals op een prikslee (maar dan staande), met behulp van een of twee stokken. Toch zijn ook ijzeren schaatsen al heel oud. Er bestaat een houtgravure uit 1498 waarop de heilige Schiedamse maagd Lydwina -die als heel jong meisje in 1395 ten van kwam- op ijzeren schaatsen staat afgebeeld. IJzeren schaatsen waren dus reeds bekend omstreeks 1500. Op schilderijen van de grote ijsschilders zoals Aert van der Neer, Hendrik en Barend Avercamp, zien we regelmatig schaatsende mensen afgebeeld. Ze hebben dan schaatsen onder met prachtige krullen, speciaal geschikt voor "schoonrijden"... De schenkel echter -het ijzeren gedeelte dat aan het houtje vastzit- is nog erg laag. Later wordt de schenkel hoger en wordt in het houtje gemonteerd; een meer vertikale bevestiging, die het voordeel biedt dat je hoger boven het ijs staat. In de 18e en 19e eeuw, ja zelfs tot het begin van de 20c eeuw, ondergingen de schaatsen weinig veranderingen. Men onderscheidde o.a. de Hollandse schaatsen met de grote krul waarvan de hals al dan niet versierd is, en men kende de Friese schaatsen, waarvan het ijzer tot bovenaan toe met hout bekleed is en die geen mooie krul len hadden. De functie was ook anders: Hollandse schaatsen waren om te zwieren en de Friese waren om hard te gaan. Dan bestaat er nog een derde grondvorm: de Hollandse baanschaats, een korte wat gedrongen schaats, zeer sterk en met een korte hals. Bij een be paald type (de Waddinxveense) is de hals zelfs helemaal opgevuld. 61 Ca. 1910 schoonrijschaats.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2008 | | pagina 63