59 Dan duurt het nog heel veel jaren voordat de ijzer- en houtindustrie voor de schaats van betekenis worden. Wel is opmerkelijk dat op een schilderij van Hieronymus Bosch van einde 14-de eeuw reeds een schaatser is te zien. Kennelijk is dit een zo normaal straatbeeld dat er verder weinig aan dacht aan wordt besteed. Vanaf ca. 1500 wordt het schaatsen door meer schilders verwerkt in hun schilderijen. In de volksmond spreekt men meestal niet over schaatsen, maar over' de ijzers onder binden"., en praat men over de houten latten. En in 1551 bestaat er zelfs een schaatsenmakers gilde in Amsterdam. Kennelijk werd ook de militaire waarde van de schaats niet onderschat want ook in Nederland was schaatsen een onderdeel van de opleiding van onze soldaten. Maar weer terug naar de schaats, hoewel het onzeker is waar het woord schaats vandaan komt. Uit een woordenboek van Cornelis Kiel van 1599 wordt voor het woord schaats vermeld: "schaetse","schoverlinck".,"Scha- verdijne", "Schuyverdijne", en "schrickschoen". Daarbij wordt "schrick- schoen", verklaard als schoeisel waarmede men in korte tijd een grote af stand kan lopen. De schaats bestaat in de regel uit een glij-deel (veelal van metaal) en een houder, vroeger veelal van hout om op te staan, en het montuur voor het vastmaken aan de voet. Het metalen deel dat het contact met het ijs heeft wordt nog steeds de schenkel genoemd, verwijzend naar het bot van destijds. De grote verscheidenheid aan schaatsen is gewoon het gevolg van de huis vlijt waarbij elkeen zijn visie had.Toch zijn de schaatsen wel in te delen in hun ontwikkeling. En hoewel schaatsen vele jaren een bijproduct bleven voor de schaatsenmakers, ontstond er tenslotte toch een serieuze industrie zoals die van EgbertVonk uit Oudeschoot, die tussen 1919 en 1971 zich ge heel toelegde op de fabricage van schaatsen, nadat hij het vak had geleerd bij Ruiter inAkkrum. Omdat er onder onze leden ook echte kenners zijn van de schaats, laten wij het woord verder aan Henk Wagenaar en zijn echtgenote Lenie Wage- naar-Volger, beiden o.a. specialisten in het schoonrijden en verzamelaars van oude schaatsen. Een deel van hun verzameling staat opgesteld in het Grootmoeders tijd en Motoren museum aan de Schulpweg in Nieuwe Nie- dorp. Alleszins de moeite van een bezoek waard.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2008 | | pagina 61