49 Alle hout is geen timmerhout. Uit hetzelfde hout gesneden zijn. Dat snijdt geen hout. Kolen: Op hete kolen zitten. Hete kolen op iemands hoofd stapelen. Olie: Dat was als olie op het vuur. Oliedom zijn. Er is geen olie meer in de lamp. In de olie zijn. Warm. Hij zit er warmpjes bij. Waar het warm is daar is het goed vrijen. Iets met de warme hand geven. (=bij leven iets geven) Rook: De rook slaat er uit. Onder de rook van de stad. Rook, stank en een kwaad wijf drijven de man uit zijn huis. Daar kan de schoorsteen niet van roken. .As; In zak en as zitten. As is verbrande turf. Iets uit de as oprakelen. Uit zijn as verrijzen. Roet: Roet in het eten gooien. Kachel. De kachel met iemand aanmaken. Volkomen kachel zijn. Haard. Eigen haard is goud waard. De haard inbranden (een nieuw huis betrekken en het vieren) Wij hebben maar niet verder gekeken, want wij vonden bet mooi genoeg zo.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2008 | | pagina 51