Met dit doel voor ogen werd ook het ambacht met trots uitgevoerd, en binnen korte tijd hadden de Italianen het monopolie. De concurrentie was fors en de oude Nederlandse schoorsteenvegers en rookverdrijvers ver dwenen. In Nederland vinden we meer dan 50 namen die teruggevoerd kunnen worden naar Italiaanse schoorsteenvegers. In vele gevallen had de "patro- ne" tenslotte zijn koetjes op het droge en werd de zaak door een van de knechten overgenomen. Van al die originele bedrijven is er tenslotte nog maar 1 over gebleven in Amsterdam, nl.Vittali v.o.f. "Het Noord-Italiaanse berggehucht Druogno ligt op een steile bergpas in de omgeving van Locarno, vlakbij het Lago Maggiore. In de herfst van 1838 vertrok hier een veertienjarige jongen te voet naar Amsterdam om daar zijn geluk als schoorsteenveger te beproeven. Na een barre tocht van veertien maanden en vele ontberingen arriveerde de kleine globetrotter gezond en wel in Amsterdam, waar hij als leerling schoorsteenveger aan de slag kon bij de familie Bonardi in de Grote Kruis- steeg. De familie Bonardi was eveneens afkomstig uit Druogno, dus het was niet verwonderlijk dat de jongen al zo snel aan werk kwam in een stad die hem volkomen onbekend was, maar die hij in de jaren die volgden zo goed zou leren kennen. In die dagen was het verplicht om eerst drie jaar als leerling en vervolgens twee jaar als gezel te werken. Nadat hij zijn opleiding bij de familie Bonardi met succes had voltooid, ontving de knaap - zoals iedere schoorsteenve- gersleerling in de 19c eeuw- een gouden zakhorloge en honderd zilveren guldens. Nog eenmaal bezocht hij zijn geboorteland om zijn militaire dienst plicht te vervullen, maar in 1842 keerde hij weer terug in Amsterdam. Zoals voor zijn vertrek was afgesproken werkte hij nog twee jaar voor de familie Bonardi in de -inmiddels tot Schoorsteenvegerssteeg omgedoopte- nauwe doorgang tussen het Singel en de Herengracht. Nadat hij getrouwd was met de Francaise Maria Pardoen, bood zijn schoon vader hem een kleine lening aan waardoor zijn grootste wens in vervul ling kon gaan. In 1844 startte hij in de Utrechtse Dwarsstraat zijn eigen schoorsteenvegers bedrijf. Sindsdien zijn er zes generaties verstreken en staat de zevende generatie alweer klaar om de onderneming met de naam Vittali voort te zetten. In werkelijkheid heette hij echter geen Vittali maar Vitale maar door schrijffouten van verschillende klerken, zowel in Italië als in Nederland verbasterde zijn achternaam. Door taalproblemen werd de naam eerst nog Vitali en later Vittali 44

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2008 | | pagina 46