Het mooie van gietijzeren kachels en later de haarden was dat je prachtige versieringen kon aanbrengen waardoor de kachel ook een statussymbool werd. Als zodanig hadden ze ook waarde, wat een geluk was, want anders waren de meeste thans allang verschrot. Velen zullen zich de zg. hekjeska chels herinneren die voorzien waren van een prachtig gietijzeren scherm met deuren, waarbinnen dan de vuuremmer van plaatstaal stond. Toen de staalfabrieken opkwamen maakte men ze eenvoudiger van plaat staal dat gelast werd of geklonken. Dat was goedkoper maar werd ook vaak door een lokale smid gedaan. Ze waren minder sterk, strak van vorm en konden vervormen door de hitte. Kachels en haarden kocht men bijvoorbeeld bij Arend Dijkhuizen, die te vens smid was en alles repareerde. Zijn zaak was gevestigd op de plek waar nu de Knip-In zit aan de Bovenweg, En daar was Jan Modder, smid aan het Kerkplein, die natuurlijk ook kachels verkocht. Zoon Piet nam het later over. Er waren nog meer smeden zoals Piet Groen, die ook heel mooi gereedschap kon maken. En bij een kachel hoort natuurlijk ook een kolenkit die naast de kachel in de kamer stond, en een kolenhok buiten, waar de kolenman dan 5 mud nr. 5 antraciet in stortte. Dat waren dus 10 jute zakken vol kolen. Dat lijkt veel maar je deed er slechts de halve winter mee als het koud was. Hoe inventief mensen zijn bleek wel in de oorlog, toen er aan alles gebrek was. Geen kachels en geen brandstof. Maar moeder moest toch koken en de kinderen moesten niet sterven van de kou. Lokale smeden, doe-het zei vers en iedereen die geen andere mogelijkheid meer zag, prutsten iets in elkaar. Soms waren die noodkaehels prachtige staaltjes van technisch ver nuft en sommige waren zo levensgevaarlijk dat ze al na enkele uren het be gaven.Toch kon je ook een redelijke noodkachel kopen, bijvoorbeeld b ij de firma Blokker. De meeste noodkaehels voldeden aan hun doel: warmte geven. Ze werden gestookt met alles wat los of vast zat, van trambielsen tot traptreden, en tuinhekjes tot grootmoeders kabinet. Als het maar brandde en warmte gaf en je het eten kon koken. Fraaie exemplaren hadden een platte buis met daarop kookgelegenheid voor meerdere pannen. Meestal werden ze aangesloten op de schoorsteen maar soms stonden ze ook gewoon in de kamer, met enorme risico's. Die schoorsteen zelf is natuurlijk enorm belangrijk. Ik heb een aantal bouwvoorschriften doorgewerkt en hoewel ik een redelijke technische 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2008 | | pagina 44