Olie.
Gebeurde er wat onder de grond, dan ging je naar de verpleegkundige met
de bijnaam "slager", die je kapotte arm in de jodium zette, er wat krammen
in sloeg en een pleister er op en je was binnen 30 minuten weer op je plek.
Gilde je van de pijn, dan wist men in elk geval zeker dat je nog niet dood
was, dus als werkkracht was je nog niet verloren.
Had je echt pech en was je halve hoofd verpletterd onder het puin van
een ingestorte schacht, dan was er natuurlijk de goede voorziening van het
weduwepensioen. Niet veel, maar toch.
Je moest dan echter wel in de mijn aan een ongeval zijn overleden, wat
nooit voorkwam. Je kwam boven en overleed onder weg naar het hospi
taal. Jammer voor de weduwe.
Weinigen weten het nog ,maar uit Sint Pancras kwam destijds ook een man
die in de mijnen ging werken: Arend Dijkhuizen. Helaas is hij inmiddels
overleden ,maar we weten dat hij ruim 15 jaar diep onder de grond werkte
bij de Staatsmijnen. Zeer zwaar werk waarvan hier in West Friesland weinig
bekend was. Gevaarlijk werk en uiterst ongezond (o.a. stof longen) hoewel
dat officieel nooit werd erkend Feit is wel dat toen wij hier geen brandstof
meer hadden in 1963 de mijnwerkers allemaal op zaterdag ochtend zonder
beloning en puur uit solidariteit met ons kolen gingen delven om ons uit
de koude te houden! De levensechte en waarheidsgetrouwe verhalen over
hoe het in de mijnen toeging vormen een stukje geschiedenis waarover
wij eerder schreven in 2006 (Klin nr. 21). met het verhaal van Arend Dijk
huizen
Aardolie ontstaat uit res
ten van micro-organis
men die vele miljoenen
jaren in de zee leefden.
Wanneer ze sterven, zin
ken ze naar de bodem en
vormen dikke pakketten
die vergaan en ten slotte
afgedekt door lagen klei,
leem en zand. Door de
enorme druk ontstaan
grote reservoirs op kilometers diepte koolstof verbindingen in de vorm
van olie en gassen. In het midden oosten was dit proces al in de oudheid
bekend en werd er al olie gewonnen voor o.a. lampolie.
Arie Hoogland, jaren 40
35