16 met opgezette borst in fiere en strijdbare houding de omgeving afspeurt, voortdurend vliegen ze rond en iedereen, kraaien, kiekendieven maar ook onschuldige fazanten worden fel aangevallen, ook met buurman kieviet leveren zij stevige gevechten. Voordat zij gaan paren, wat overigens weinig voorstelt, heeft het mannetje dagenlang nestkuiltjes zitten draaien en zenuwachtig met strootjes zitten smijten. Urenlang heeft hij met zijn oranje onderstaart zitten pronken in het nestkuiltje, zijn vrouwtje doet alsof het hele gedoe haar niet of nauwe lijks interesseert en negeert het arme mannetje.Tot ze natuurlijk toch een keer overstag gaat en er gepaard wordt, de paring is voorbij voor je er erg in hebt. Elke dag legt mevrouw een priktolvormig ei tot het legsel met 4 stuks voltooid is, de puntige uiteinden altijd naar het midden gericht. De eieren worden 3,5 week, bij guur weer 4 weken bebroed. Ook deze jongen zijn nestvlieders, zij verlaten het nest vrijwel direct na het uitkomen, onder de hoede van hun moeder trekken zij de "wijde wereld" in, al snel verstaan zij de kunst van zich verstoppen en "dood" houden, zij zijn dan vrijwel onvindbaar. Vliegen kunnen zij als zij 4,5 tot 5 weken oud zijn, er wordt slechts een broedsel per jaar grootgebracht. Wat vooral van de kieviet bekend is, is namelijk dat de broedende vogels eventuele belagers van het nest weglokken, door met luide kreten of met opvallend gedrag de aandacht op zichzelf te vestigen en deze af te leiden van de eieren of de jongen. Anne Punt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2008 | | pagina 18