11
Toen er meer koetsen kwamen en af en toe zelfs een automobiel, werd de
roep om een verharde weg steeds luider. Burgemeester Jaeob Kroonenburg
moest aan Gedeputeerde Staten een schriftelijk verslag uitbrengen van de
toestand in zijn gemeente in de jaren 1931 tot 1933. Hij vermeldde naast
veel andere zaken over het bestuur, de winkels, de land-en tuin-bouw ook
alle in de gemeente aanwezige wegen nl. de Bovenweg, de Twuyver-weg,
Noordeinde, Kleine weg, Van der Vijzellaan, Pauwelaan, Zandboschlaan,
Bakkerslaan, Steenenlaan, Boeterslaan en Achterweg, (de Rozenlaan werd
in die tijd de Verlengde Van der Vijzellaan" genoemd, vermoedelijk vond
Kroonenburg Van der Vijzellaan wel voldoende.)
De veel omstreden
Twuyverweg.
Ook dit pad
was met regen
of sneeuw
gegarandeerd
goed voor
klompen
schoonmaken
en sokken
droogmaken.
Op een zomeravond in 1931 liep burgemeester Jaeob Kroonenburg van
zijn woning Bovenweg 13, naar het gemeentehuis om een vergadering van
B. en W. bij te wonen. Wandelende voort zullen vermoedelijk de volgende
zaken door zijn hoofd hebben gespookt. "De toestand van de Bovenweg
maakt me niet bepaald vrolijk. De weg is vreselijk slecht.
Het uit klinkers bestaande wegdek, dat er 60 jaar geleden na veel touwtrek
ken met naburige gemeenten kwam, wordt door de eigenaar, de polder,
slecht onderhouden.