Snel handelen was nu geboden, daar Keesie niet lang meer in deze moeilijke houding kon blijven staan. Hij dreigde al door zijn knieën te gaan maar daarmee zou hij zich letterlijk aan het hekwerk ophangen. Blijft staan jongen dan zal ik proberen je los te knippen zei meester. Maar een dikke draad doorknippen met een nijptang is bijna een onmogelijke taak. Bij het wringen van de tang puilde de ogen van Keesie bijna uit zijn kop en deed iedereen met grimassen van zijn gezicht mee. We stonden wel met zo n dertig kinderen om het tafereel heen, om maar niets te missen werd er onbewust hier en daar wat geduwd en gedrongen waardoor de meute al dichter op de handen van de redder kwam te staan. Allemaal naar achteren, waarschuwde Meester, maar geen hond die deze beweging ook maar enigszins van plan was te maken. Integendeel, het duwwerk met de goedbedoelde opmerkingen naderde steeds dichter de plek der gehangene. Meester kneep met alle kracht tot hij echt blauw aanliep maar de draad gaf zich niet gewonnen. Woest en machteloos keek hij, ons als kinderen, aan voor een oplossing. Een hamer Meester, zei een van de ouderen jongens. Wat moet ik nou met een hamer. Op de tang slaan was het antwoord. Misschien mogelijkheid, haal snel een hamer uit het schuurtje. En even later werd achter het linker oor van Keesie de hamer met kracht op de tang losgelaten. Keesie werd er bepaald niet rustiger door en gilde nog harder. Nog een flinke klap en de jongen kwam vrij van het hek. Keesie zakte nog steeds gillend en natuurlijk dodelijk vermoeid door zijn hoeven. Meester tilde hem op en liep in draf het schoolplein af naar dokter Destree. Zag je dat, smoesde iemand vlak bij, wat dan, er stak een stuk roestig eind ijzer bij Kees dwars door zijn nek. Even later nam de omvang van de draad telkens grotere vormen aan. Later in de middag kwam Meester De Ruyter in de klas met geruststellende woorden dat het allemaal goed was afgelopen met Keesie Katse Bobeldijk. Nog dagen werd er met de nodige kleur over het voorval gesproken tot dat iemand door een bij werd gestoken. Het meisje gilde als een dwaas en sprong trippelend met haar benen razend snel in het rond. Dat kwam omdat Meester een bijenhouder was met enige korven in de schooltuin. 90

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2006 | | pagina 92