Dat probleem van linkshandigheid moest er worden uitgeramd, door rechts-
handige training van het telkens maar herhalen van streepjes en haaltjes te
tekenen want met schrijven had dit ploeteren nog niets te maken.
Een gevecht met zich zelf en de juffrouw van de klas.
Iedere keer als hij van nature het potlood of griffel in zijn linkerhand nam
werd dat gecorrigeerd met een tik van de liniaal op de linkerhand.
Een pedagogisch correctie die hij zijn leven nooit meer kon vergeten.
Ik moet zeggen, hij leerde uiteindelijk met een prachtig en vast handschrift
te schrijven en jawel met die rechterhand. Maar hij kon net zo mooi, zonder
moeite en in de zelfde stijl, met links in spiegelschrift een hele brief schrij
ven. Zelf demonstreerde hij met genoegen het kunstje om met zowel een
pen in de linkerhand als in de rechter, van uit het midden van een schrift,
gelijktijdig een zelfde zin te schrijven. Een andere correctie van zijn karak
ter, was een voorval op school, waarbij de hoofdonderwijzer hem respect
voor het gezag, trachtte bij te brengen.Aan de zijkant van het pad naar het
schoolplein was de woning van de hoofdonderwijzer. Piet had al zwaar de
pest aan deze in zijn ogen zeer autoritaire man en dat werd er niet beter op
toen de onderwijzer hem bewust vernederde in het bijzijn van zijn mede
scholieren. Hij moest drie keer het pad naar het schoolplein oplopen waar
bij tijdens het passeren van het zijraam van de woning, zijn petje moest
afnemen zonder naar binnen te mogen kijken. Dat was een discipline die
hij blijkbaar was vergeten en nu voor straf driemaal moest herhalen. Erger
kon je hem niet vernederen en dat wist die man donders goed.
Met als gevolg dat hij bij confrontaties van autoritair gedrag, spontaan on
passelijk werd en dat meestal in toon of gebaar duidelijk liet blijken.
Vandaar zijn karakteristieke uitspraak, iedereen is in zijn blote kont gelijk
en zo is het maar net.
De toch leerzame en ook onbezorgde schooltijd zat er voor hem op met
zijn elfde jaar. Zijn vader kon het hulpje goed gebruiken en zo werd het
schoolkind al heel jong tuinderknecht. Een hard beroep en zeker voor een
kind van die leeftijd, alleen mogelijk voor de absoluut fysiek sterke jongens.
En dat was hij zeker gezien zijn leeftijd, maar toch moest ook hij, jankend
en vechtend tegen de harde elementen van de natuur, wel eens opgeven.
Nog geen dertien jaar met een schuitje kool kloetend onderweg naar huis,
midden op de "weie veert" ploeterend tegen de loeiende zuidwester in en
dan langzaam verder van huis raken.
In 1911 heel gewoon, niets bijzonders, nu al lang in strijd met de wet be
scherming van de kinderarbeid.