73
Vanuit de verhalen van mijn vader, vernam ik dat zijn Opa Jan een zeer zelf
ingenomen en pedant mannetje was, zeker nadat hij als loco Burgemeester
van St. Pancras, (hij was op 25 juli 1898 als raadslid gekozen) dacht zeer
belangrijk te zijn.
Als voorbeeld van opa" s autoritairs gedrag, het volgende voorval;
Zo tegen liet einde van het jaar had op de laatste gemeenteraadsvergade
ring de klacht van enkele ouderen op de agenda gestaan. De klacht bestond
uit het feit dat de jeugd met rotjes deze ouderen lieten schrikken.
Dus moest de veldwachter hierop toezien. Zijn kleinzoon Piet, had toeval
lig een paar centjes van Opoe gekregen en daar bij de Firma Koenot in de
Hekelstraat ook wat rotjes van gekocht.
Rustig wandelend, trekkend aan zijn sigaartje, kreeg Opa zijn ondeugende
kleinzoon met enige vrienden in het vizier. Opa sprak de jongens aan en
zei tegen Pietje, heb jij soms rotjes in je zak? Ikke, helemaal niet. Opa ver
trouwde het niet en klopte met zijn rechterhand op de zakken van zijn
kleinzoon. Pietje had de waarheid gesproken want hij had de rotjes in zijn
hand en niet in zijn zakken.
Tijdens het onderzoek wist Pietje heel onopgemerkt een rotje tegen de
brandende sigaar te houden. De klap die volgde deed de Loco Burgemees
ter, zeer geschrokken, ietsjes vrij van de aarde komen. Bij het weer herstel
len van zijn waardigheid keek hij zuur achterom naar de gillend van plezier
weghollende ettertjes.
Derde van links wethouder Jan Schuit, naast zijn
hu rgemeester Kroo nen burg