37
En tot slot willen wij u niet ont
houden de verhalen die aan de
tafels verteld werden:
Herinneringen.
Het laatste jaar voordat het land
in Sint-Pancras verkaveld werd
was het niet meer mogelijk om
met de schuit naar de veiling
in Broek te varen. Tot de Wijde
Veert was het nog open, maar
verderop lagen er al dammen en
waren ze bezig om het water weg te pompen.
Om onze producten toch naar de veiling te krijgen was er bij het Vennetje
-dat noemden wij toen nog Venesie- op de kant van de sloot bij de boet
van Cor en Jan de Ruiter een soort beun gemaakt.
Jan Jonker, de vrachtrijder, kon daar met de auto naar toe rijden en zo was
het mogelijk om vanuit de schuit over te laden op de auto en dan zorg
de Jonker er voor dat de kis
ten en kratten met groenten
en aardappelen bij de veiling
kwamen.
Wij waren daar ook een keer
aan het lossen. Er waren nog
een stuk of wat tuinders en
dat was wel lekker want dan
kon je mekaar effies helpen.
Kees Balder was er o.a. en Ja-
pie Keizer en Bram Wiering.
Er werd gelost en gepraat en
Har Duif, Arie Verduin en Herben Baan in vooral over de verkaveling.
de rondvaartboot door het Ambacht. Jaap Keizer maakte bekend dat
hij en zijn broer Willem gingen
rentenieren en Balder dacht er ook over om te stoppen. Bram Wieling was
ouder dan Jaap maar Bram zat nog vol met grote plannen: uitbreiden met
land en hij wou ook nog een nieuwe boet laten zetten. Dit werd Jaap te bar
en hij zei:"wat denk je eigenlijk wel Bram, dat je duizend wordt?"
Bram Wiering is er niet meer en Jaap Keizer ook niet en de verkaveling is
ook geen lang leven beschoren.
(Bram Wagenaar.)
Publiek, was er genoeg.