Maar dat mocht de feestpret niet drukken. Voor vrouwen was bij liet jubileum geen plek. Geld om naast de (ex)tuinders hun partners uit te nodigen was er niet. En dus zat de zaal vol met een vrolijk gezelschap van grijze, hier en daar kalende mannen: de tuinders van weleer. Velen waren gekomen om even 'het gevoel van toen' op te snui- jaap Verduin, Arie Verduin en Har Duif ven. Zoals Bram Kout die alleen als jongen bij zijn vader als tuinder aan het werk was. Aan dezelfde tafel zit Dick Tol die tot zijn 54e jaar in het vak bleef. In de geur van stamppot is ook Hans Kieft aangeschoven. Kieft heeft de laatste dag van zijn vakantie naar Putten onder broken voor het jubileum. "Ik moest hier bij zijn. Lekker klep pen, negentig procent van de mensen ken ik." Bulderlach. Al snel blijken de anderen te die- Onze vriendelijke gastvrouwen. nen als controle voor het eigen geheugen. Want kloppen die herinneringen wel? Over twee boerenzoons die mot zochten en waarbij een van beide met de kloet achterna gezeten werd. De wangen van Hans Kieft lopen rood aan door het lachen. Niet veel later vliegen de anekdotes over tafel, steevast gevolgd door een bulderlach. Kout is gekomen om 'het gevoel van toen terug te krijgen'. "Het museum is daar de perfecte plek voor. En je moet het delen met mensen die hetzelfde gevoel kennen. Weten wat het is om vroeg op te staan, in slecht weer te werken en die weten wat een pikkenier is. "Vooruit, voor de leken onder ons," wil Kout het wel toelichten: "Een pikkenier is een vrachtvaarder, die de producten naar de veiling bracht." Siern Wognum, ook lid van de Historische Vereni ging Sint Pancras, krijgt de lachers op zijn hand met zijn melodramatische woorden bij de diapresentatie. 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2006 | | pagina 35