192
Van polder tot natuurgebied.
In de middeleeuwen maakten de 'Geestmannen' en hun nazaten de de dras
sige gronden van het Geestmerambacht geschikt voor landbouw. Uitbra
ken van koeienpest in de 18de eeuw waren mede de oorzaak dat omstreeks
1800 werd overgeschakeld op tuinbouw. Voor de akkers was vruchtbare
bagger uit de sloten een noodzaak.
Zo werden de sloten steeds breder en ontstond het 'Rijk der Duizend Ei
landen'. Op de gronden van het Geestmerambacht is sedert de 2C helft van
de 19de eeuw grove tuinbouw uitgeoefend met als hoofdgewassen kool
en vroege aardappelen (eerstelingen). In het noordelijk Geestmerambacht
werden ook wel late aardappelen geteeld.
Het gebied behoorde tot één van de vaarpolders. De exploitatie van deze
gronden was voor de tuinders zeer arbeidsintensief en zwaar. Er was ver
snipperd grondgebruik. Alle kavels waren alleen per schuit (koolvlet) be
reikbaar. Een beetje bedrijf had meerdere kavels. Hierdoor was de toepas
sing van moderne productiemethoden vrijwel niet mogelijk.
De vaarpolder was byzonder karakteristiek met haar vele brede- en smalle
wateren. Het landschap bood een immer weids panorama.
De waterkwaliteit in het Geestmerambacht was in grote delen zeer slecht.
Het gebied deed dienst als open riool voor alle dorpen en er loosden 4
zuurkoolfabrieken en een conservenfabriek ongezuiverd water op het pol
derwater. Vooral in Langedijk was de toestand voorheen voor de bewoners
-vanwege de stank- dikwijls onaangenaam.
In de vijftiger jaren werd door de georganiseerde land- en tuinbouw en
de gemeenten sterke druk uitgeoefend op Rijk en Provincie om gelden
beschikbaar te stellen voor reconstructie van het gebied.
Het heeft heel wat voeten in aarde gehad maar in 1962 besloot de regering
om door middel van ruilverkaveling het Geestmerambacht te reconstru
eren. Zo werd het Geestmerambacht omgevormd van een vaarpolder in
een rij polder en werd het tevens mogelijk een groot recreatiegebied aan
te leggen.
Twee gebieden bleven gelukkig buiten de verkaveling: Oosterdel en Klei-
meer die respectievelijk de status van cultuur- en natuurgebied kregen en
voorts onder beheer van Staatsbosbeheer werden gesteld. Het zijn de laat
ste restjes van de cultuurhistorie van een prachtig gebied.