181
Het was Oudejaarsdag en het was de bedoeling dat we een hele akker
witlof zouden redden voor de vorst uit. Zoals vaak had het voor die tijd
geregend maar het was in de Daalmeer Zuid, het land was zodanig dat het
daar nog wel ging.. Er was al een stuk getrokken dus ik kon bij het einde
beginnen met iemand anders om de witlofpennen los te steken en op te
laden en naar de kuil te rijden.
Een andere ploeg begon met een de witlofpennen te trekken. 2 kuilen
waren reeds klaar en er werd begonnen met het opzetten. En Joop maakte
er nog een kuil bij. Door de grote hoeveelheid mensen lukte het aardig
met de voortgang van het werk. Maar zoals je weet op zo n midwinterdag
(oudejaarsdag) werd het snel donker en konden we op het einde van de
middag bijna niets meer zien. Maar het was Joop zijn plan de hele akker te
oogsten en veilig te stellen voor de vorst.
Op het einde van het werk zaten we op een lager stuk met onze knieën
in het water en zagen we bijna niets. Toen zei ik tegen Har Duif: "als we
dit nog langer moeten doen kun je er buiten-kerkelijk van worden", wat
in het donker een geweldig lachsalvo opleverde, want ik schat dat van de
ca. 12 mensen die mee waren, er maar 3 of 4 werkelijk aangesloten waren
bij een kerkgenootschap. Andre Stins, die ook mee was, vierde Oudejaars
avond altijd bij mij met nog een paar alleenstaanden. Ik ging dan tussen 7
en 8 uur naar de Oudejaarsdienst in de hervormde kerk. Het was misschien
een gezamenlijke dienst vanwege reparatie van de gereformeerde kerk en
Andre vroeg aan mij: "Was Joop er ook?".? en ik zei: "Ja, hij was er"Toen
vroeg Andre: "En?". Ik zei:"Hij zong als een lijster".
Later -op het voorjaar- was ik bij ome Klaas aan het ploegen aan de
Twuyverweg.We vergaderden in de voorkamer en toen reed Joop met de
resultaten van onze arbeid voorbij met de witlof en ook nog een wagen
met prei. Hij had toch nog een weg gevonden om het resultaat van ons
zwoegen van die oudejaarsavond veilig ter stellen.
Jaap Koedijk.