Opa en oma Dekker en vooraan: Arie, Jaap, Lena, Riet (ikzelf dus), Jan, Tine en Teun Toen wij nog in Oudorp op school zaten en als ome Arie dan naar Alkmaar reed met een vrachtje in z'n wagen, dan gingen wij aan z'n wagen hangen en hoefden wij niet te lopen. Eerst zeiden wij hem keurig gedag met een: "gedag van de Veer". Nou, dan wist hij al hoe laat het was. Ik krijg weer een stelletje meerijders. Hij zei altijd wel wat terug hoor. "Dag jongens", terwijl wij meiden waren. Maar als hij niet wilde dat wij er onder hingen dan sprong hij van de bok af en joeg ons weg. Een grote pruimenkwat gaf hij dan weg. Hij pruimde altijd pruimtabak en daar kwam ik dus later ook achter. Onder de paard-en-wagen hing een huidenbak. Daar werden de huiden in vervoerd. Maar ik kon toen niet bedenken dat ik deze vrachtrijder later zou tegen komen bij mijn man thuis (die toen natuurlijk nog mijn vriend was). Maar ik vond Arie van der Veer een lieve en hartelijke man. Ik heb hem maar nooit verteld dat ik wel eens onder zijn wagen heb gehangen. 113

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2006 | | pagina 115