85
dronkaard." Of "sport en alcohol
zijn vijanden" en "bij snelverkeer
geen alcohol". Willem Bleeker de
voddenboer. De scharensliep, de
kassiesventers. Ook kwam er wel
eens een muzikant of draaiorgeltje.
Die mensen kwamen aan de deur en
hielden hun hand op. Zij moesten
ook leven. Echte wandelaars zag je
voornamelijk op Zondag. Honden
liepen gewoon los, die hoefden
niet te worden uitgelaten. De vele
kruideniers waren ook aanwezig.
Eerst het boodschappenlijstje halen
en later bezorgen. Zo ook de slagers.
De bakkers deden ook hun ronde.
De ene week hadden we Kok en dan
Verkuil en later weer Deen. Je gunde
ieder z'n klandizie. De melkboer Jan
Roos zie ik in de winter nog hollen
met z'n melkemmers.
Karnemelkboer Troostheide was er
ook. Jaap van Etten later en Buwalda.
En dat allemaal langs de
Boven weg. Maar we zijn er nog
niet. De twee scholen liepen ook
vol alle dagen; soms gingen we
er bokspringend heen.
Twee kerken liepen op Zondag
twee keer vol. Ik kan van
sommige mensen nog zeggen
welke mantel ze droegen.
Dokter Destree met z'n Citroen
die z'n patiënten bezocht. Als je
kinkhoest had kwam hij je alle
dagen een injectie geven.
Jan Roos en zijn vrouw,
melkboer en later ook ijsventer.
Hr. de Jong, wandelend
voor zijn buis.