Veel vrijheid maar je was dan ook volledig verantwoordelijk voor schip en
lading en de bemanning. Bij schade moest je zoveel mogelijk je reder vrij
houden van alle aansprakelijkheid dus vrij van schadeclaims. En je moest
goede maatjes blijven met de buitenlandse agenten want die zonden ook
regelmatig rapporten. En dan natuurlijk de bemanning. Jan was duidelijk.
Een opdracht is een opdracht en geen verzoek. Als je het na twee keer
uitleggen niet deed dan kon je toch beter maar vertrekken. Maar dan wel in
een Nederlandse haven want anders kostte het de reder geld. Dat was een
fijne tijd met regelmatige trips tussen Liverpool en de Middellandse Zee.
Zo heeft Jan daar 17 jaar gewerkt en het kon natuurlijk ook niet uitblijven
of zoon Leo werd geboren in 1964. En daarna in 1967 dochter Astrid. Die
dochter leek het meeste op pa want die werd al snel stewardess en vloog
naar Sjanghai en Peking enz. In die tijd kwam de zorg voor de kinderen
in feite neer op Ria want Jan was toch vaak weg. Totdat de klad in de
scheepvaart kwam en er schepen opgelegd werden. Nietsdoen was niet
direct de instelling van Jan en na een tip van een oud-collega stuurman ging
Jan werken in de baggerindustrie bij Bos Kalis als tweede stuurman. Maar
het betaalde goed. Later zag Jan zijn kans en ging naar de Holl. Beton maar
nu als schipper. Pracht tijd en het betaalde goed. Niet alleen in Nederland
maar Jan baggerde in Mexico en Pakistan en Afrika. In dat land was het soms
moeilijker. In Oost-Nigeria wasjan ruim 5 jaar en daarvan regende het zeer
veel maanden en de bevolking was minder vriendelijk tot agressief. Dat
was anders in Ghana waar de mensen veel vriendelijker waren.
71
Kapitein Bos met zijn vrouw Ria.