worden. Zo kwamen ze in het kanaal
van Suez waar veel bootjes langszij
kwamen om hun waren te slijten.
Jan maakte zich daarbij verdienstelijk
als tolk en kocht zo wat whisky voor
collegae wat natuurlijk niet mocht en
moest weer op rapport.
Als extra straf moest hij toen ook nog
gangen enz. vegen en schoonmaken
wat een vies karwei was. Maar Korea
was toch nog erger. Hier werd een
jungleoorlog uitgevochten.
Een harde tijd. Jan leerde daar een
goede vriend kennen die uit Polen
kwam. Tadek, die later bijtekende en
Jan deed dat toen ook maar.
Na 2 jaar kwam Jan veel ervaring rijker
weer in Nederland en zocht eerst
naar een baan als beroeps in het leger.
Tenslotte was hij -zonder opleiding- al
sergeant geweest maar dat telde niet.
Je moest eerst weer naar school: de
cadettenschool in Weert.
Dat gaf voor een vrijgevochten man
als Jan natuurlijk als snel problemen
Op een avond dat Jan sergeant van
de week was en dus de leiding had
van het hele gebeuren kwam er een
kennis uit Engeland.
Even er tussenuit om een biertje te
drinken was voldoende om Jan onder
streng arrest te plaatsen en voor de
krijgsraad te laten komen.
Helaas was de aangever een kapitein
die Jan al had meegemaakt in Korea
wat niet bepaald in zijn voordeel was.
Jan was niet geschikt om te dienen in
een vredesleger en moest de dienst
verlaten.
68
Jan met zijn poolse vriend Tadek.
De hollandse zeeman Jan Bus.