Vader Jaap werkte in de tuinbouw o.a.met kool, bloemkool en aardappelen,
samen met zijn broer Piet en ze bewerkten ruim 10 bunder grond o.a. in de
Vroonermeer. Jaap verkocht echter ook met een handkar groente tot ver
voorbij Alkmaar of werkte soms als bakkersknecht.
Jantje was intussen veel bij de buren, de familie Kliffen. Piet Kliffen was
getrouwd met moedertje JohannaTuinman en zij hadden 3 kinderen,Teun,
Jan en Klaas. Vader Bus was streng, maar rechtvaardig, werkte hard van 's
morgens vroeg tot 's avonds laat en had minder tijd om extra aandacht te
besteden aan zijn fantasierijke zoon Jan, die een sterke eigen wil had en
ook wel ondeugend was. Hij was ook niet de enige thuis, want daar waren
ook zijn zus Nelie en de broers Jaap, Har, Piet en Dik
Helaas is er weinig over van dit gezin, met uitzondering van zijn 2 jongste
broers Piet en Dik die in Australië leven. Zus Neelie is in 2003 overleden.
De crisisjaren in de jaren 1935 - 1938 waren geen beste tijd. Jan ging naar
school en zoals dat soms gaat kwam hij in de klas bij juf Daalmeyer van wie
ook zijn vader nog de eerste lessen had gehad. Wellicht dat die relatie hem
hielp, maar later in de derde klas bij meester Tak was het al mis en stond er
op zijn rapport: Jan is lui. Dat heeft hij thuis geweten, want vader was wel
goed maar niet gek. Echte belangstelling had Jan wel voor aardrijkskunde
en geschiedenis. Rijtjes als Groningen - Hoogezand - Sappemeer - Zuidbroek
- Winschoten - Stadskanaal enz. zitten nog in zijn geheugen net als de
avonturen van Paddeltje en de zeeslagen van Tromp en De Ruyter.
Het klinkt gek maar toch heeft dat een groot deel van Jans leven bepaald.
Een buurman (Teun Kliffen) was bij de marine en liep in zon prachtig
uniform met een pet. Gouden knopen en een blitse uitstraling. En vergeet
niet al die sterke verhalen want bij de marine begon de grote wereld. Dus
Jan wilde ook bij de Marine en naar zee. Maar ma wilde liefst het gezin bij
elkaar houden en pa besloot dat Jan maar een goed vak moest leren, want
voor de tuinbouw was hij toch niet geschikt. Natuurlijk moest Jan op z'n
vrije woensdag- en zaterdagmiddag wel meehelpen op de akker, maar dat
was het niet echt. Dus Jan moest naar de ambachtschool in Alkmaar (7 km
verderop) en zou rijwielhersteller worden. Maar ja, het werd slechter in
1940 en de meeste fietsen verdwenen naar Duitsland.Aanvankelijk werden
in 1943 eerst jongens opgeroepen vanaf ca. 18 jaar die zich moesten
melden voor werk in Duitsland. Maar door de clandestiene berichten vanuit
Duitsland over de slechte omstandigheden daar was de belangstelling
gering. Door de razzia's werden daarna veel mannen en jongens opgepakt
64