De reeds eerder genoemde broers hadden ieder een eigen taak in het
bedrijf. Baart was chauffeur. Cor was eerst kraanmachinist en werd later
bedrijfsleider. Dat hield onder andere in de commercie, de aanbestedingen
en de algehele controle en leiding.
Cïijs werd kraanmachinist en nam, nadat broer Cor om gezondheidsredenen
zijn werk moest opgeven, de leiding over.
In de garage had Jaap de leiding. Jaap leerde heel veel van Klaas Prinsen die
jaren in de garage had gewerkt.
In de avonduren was hij toen al bezig met het slopen van auto's en het
weer terugbrengen van deze auto's in de originele staat.
Toen was hij ook veel te vinden bij Jan Wit, die een autosloopbedrijf had in
de Boeterslaan in Sint-Pancras.
Eens werd er een oude auto opgehaald uit Bergen, een Dodge die er heel
mooi uitzag toen hij nog splinternieuw was.
Jaap zat in die wagen en werd op sleeptouw genomen, maar deze had geen
remmen
52