Na de klassen handenarbeid en machinebankwerker ging hij naar de
motorenklas. Daar voelde Jaap zich in zijn element, want alles wat maar met
machines te maken had deed zijn hartslag versnellen. Na de ambachtschool
kwam Jaap in het
bedrijf van zijn vader
Gijs Schot werken.
Dit bedrijf werd heel
veel ingezet voor het
afgraven van zand en
Jaap werd ingedeeld
in de garage aan de
Heerenweg. 's Avonds
na het werk nog naar de
avondschool Patroons-
en Middenstands
diploma gehaald.
Het materieel, dat toen nog voornamelijk bestond uit zandauto's, was in
eigen onderhoud, want de wagens werden nog met de schop geladen.
Ook werd er veel gewerkt in de Wieringermeer en dat werk bestond
hoofdzakelijk uit het vervoer van suikerbieten.
De eerste klus die Jaap werd opgedragen, was het construeren en lassen
van bietenbruggen. Deze bruggen deden dienst bij het beladen en lossen
van de suikerbieten in schepen, waarmede ze vervoerd werden naar de
suikerfabriek. Een oud gezegde "je gaat de bietenbrug op" gold niet voor
Jaap Schot want als je de bietenbrug op ging, dan was je verloren of in
ieder geval iets kwijt.
50
Dragline voor het afgraven van zand.
De zelfgebouwde
bietenbrug.