Op dit afgegraven terrein vestigde zich later Willen Keyzer die tuinder
was.
Om de armoede verder
te bestrijden ging Sint-
Pancras samen met
Koedijk een veenderij
vestigen in de Beverkoog
Hier werkten 20
a 30 man -niet als
werkvoorzieningsproject
en zij leefden van de
dagopbrengsten van de
turf. Honderdduizenden
turfjes zijn daarvandaan
gekomen, langs de molen
van de Beverkoog en door
de sluis van die polder en
zo varende onder de Mirakelenbrug door, om het dorp van noord naar zuid
te voorzien van brandstof.
21
De familie P.Keizer met op de bok Willem, op bet paard Maartje,
en Grietje bij bet hoofd van bet paard.
Turf steken in de veenderij.