Wel erg mooi. Zo trachtten zij intussen in hun levensonderhoud te voorzien.
In 1560 werd de Daalmeer drooggemaakt. En in 1561 de Vroonemeer. Lang
niet iedereen was daar blij om. De vissers misten hun water om te vissen.
De Daalmeer heette toen de nog de Aalmeer. De kleibaggeraars die klei
baggerden aan de oostkant van de Vroonermeer (ook in de Kleimeer) en
in de Daalmeer om hun brood te verdienen.
Ook aan de oostkant van de Vroonermeer, dus aan de kant van de Gedempte
Veert, zat een kleilaag in de toch grofzandige Vroonermeer. Die kleilaag
bevindt zich ook nu nog onder de grond, ten oosten van de nu gedempte
Veertweg.Want zover was de oever van de Vroonermeer. En als daar straks
huizen mogen worden gebouwd vinden ze die kleilaag wel.
Klei werd natuurlijk ook gebruikt door de steenfabrieken. Steenbakkerijen
waren ten zuiden en ten zuidwesten van de Vroonermeer. Het is mogelijk
dat de stenen die in en aan de Grote Kerk in Alkmaar alsmede voor de
kastelen Nieuwburg en Middenburg gebruikt zijn, gebakken zijn bij deze
steenbakkerijen.
De toen droogge
maakte Vroonermeer
en Daalmeer volde
den niet aan de ver
wachtingen. De ge
wassen groeiden min
der dan gehoopt en
verwacht werd. In
1573, bij het beleg
van Alkmaar, liet
men de Daalmeer
weer vollopen. Het
ruige gras, dat wel
wou groeien in de
meren, maakte het
mogelijk dat meer
koeien konden wor
den gehouden. Men leerde het water beter te beheersen. De molen was
uitgevonden, wat weer meer tuinbouw mogelijk maakte. De producten
werden door de tuinder zelf verkocht en varende langs de Veert, van de
Vroonermeer, en ook uit de Langedijk, naar Alkmaar vervoerd. Om 5 uur 's
morgens gingen de poorten van Alkmaar open, en lagen de tuinders reeds te
14
In het sluisje naar de Daalmeer.