de door mij gevraagde inlichtingen gegeven maar me nogmaals gewezen op het aan
hem gegeven gebod door genoemde beide heren. Daarom zou ik nu graag antwoord
willen hebben van de heren Slot en Wijnveld, waar zij het recht vandaan halen de
heer Smit te verbieden om met mij te spreken."
Voorzitter Slot vroeg daarop wie van de heren hierop iets wilde zeggen en toen
niemand verlangde dit te doen, wilde hij overgaan tot het laatste agendapunt: sluiting
van de vergadering.
Van Spengler ontplofte bijna en vroeg nogmaals: "Krijg ik nog antwoord op mijn
vraag?"
Hierop werd geantwoord: "We hebben hier geen vraag- en antwoord spelletje".
Van Spengler wees erop dat de vergadering zakelijk moest zijn, hij was nog wel het
een en ander te weten gekomen, wilde dit niet zeggen in het bijzijn van de directeur
en verzocht deze de vergadering te verlaten.
Van Kampen adviseerde de burgemeester van Noord- en Zuid-Scharwoude om
hetgeen hij op zijn hart had in een bestuursvergadering te bespreken.
Voorzitter Slot wenste echter niet verder op dit onderwerp door te gaan en vertelde
de heer Van Spengler dat hij tijdens de twee vorige vergaderingen ten volle
gelegenheid had gehad om zijn zegje te doen, maar beide malen niet aanwezig was
geweest. Ook had hij, wanneer hetgeen hij ten berde wilde brengen werkelijk zo
belangrijk was geweest, hiervoor om een extra vergadering kunnen vragen, maar
ook dat had hij niet gedaan en met die woorden sloot hij de vergadering.
Van Spengler kwam op deze zaak terug tijdens de gemeenteraadsvergaderingen
van zijn beide gemeenten.
Daar vertelde hij dat hij het fout vond dat directeur Smit een onderzoek moest
instellen naar eventuele gascorruptie in de Langedijker fabriek. Dat had een neutraal
persoon moeten doen.
In het over de gascorrupie uitgebrachte verslag werd vermeld dat de fa.Gautsch aan
de Langedijker fabriek een korting van 25% had gegeven. Daar was geen woord van
waar.
Hij vond de directeur ongeschikt voor zijn taak en hij vond dat deze 16.600,--
moest teruggeven aan de fabriek.
Maar Van Spengler was in dezen 'een roepende in de woestijn'.
94