In de gemeenteraad van St. Pancras was dit reeds besproken. Daar wist men dat een
ambtenaar van het Provinciaal Electriciteits Bedrijf van N. Holland in St. Pancras
deur aan deur was gaan vragen of men een aansluiting op het electrisch wilde. Deed
men dit, dan werd men aangesloten en kreeg daarnaast twee vrije lichtpunten. Deze
mijnheer had 242 aansluitingen geboekt en 67 wilden ook een P.K.motor,
(vermoedelijk een contactdoos voor een wasmachine of i..d.)
Toen dit in de raad werd besproken, was er een ambtenaar van het P.E.B. bij de
bespreking aanwezig. Deze mijnheer vernam dat het gasbedrijf een nevenbedrijf
wilde beginnen en adviseerde om dit altijd te doen. Door gezamenlijk electriciteit in
te kopen - en daarbij geteld de afname van de in de Langedijk aanwezige fabrieken
- werd dit een voordelige zaak. De prijs daalde dan van maximaal 80,-- tot 60,—
per eenheid.
En zo werd het gasbedrijf een echt nutsbedrijf en kreeg als nieuwe naam Gemeen
schappelijk Gas- en Electriciteitsbedrijf voor de Langedijk en St. Pancras.
Ruim een jaar later vroeg burgemeester Kroonenburg in de gascommissie het
volgende: "Misschien weet U dat in de gemeente Koedijk een kabel wordt gelegd
door het P.E.B. Nu zijn er in St. Pancras mensen die zich graag op de kabel van het
Zuideinde willen aansluiten in afwachting van de komst van de kabel, die wij hopen
aan te leggen. Kunt U daarmee akkoord gaan?" Wel, dat konden de heren, maar dan
alleen voor die percelen, die niet op het gas waren aangesloten.
Al spoedig floreerde niet alleen de gasafdeling, maar maakte het Gemeenschappelijk
Bedrijf ook winst met de elektriciteit.
In 1927 vond het bestuur dat er een goede winst met de nieuwe afdeling werd ge
maakt en dat het niet de noodzaak zag om daarmee het reeds aanwezige kapitaal te
vergroten, maar dat men deze winst maar moest verdelen over de deelnemende
gemeenten. Die zaten in de regel krap en konden wel wat gebruiken.
Om valse beschuldigingen te voorkomen vertelde het bestuur erbij dat een
nutsbedrijf twee uitgangspunten kon hebben.
Het eerste was: zoveel mogelijk winst maken,
Het tweede: de burger tegen een redelijke prijs van dienst zijn.
Dit bedrijf streefde het tweede doel na, steeds werd wanneer dat kon, de prijs van
gas en elektrisch verlaagd. Maar een gezond bedrijf behoorde toch enige winst te
maken en dat deed het hunne. En men mocht zich troosten met de gedachte dat door
87
