Daarin kan tijdens de stille uren een voorraad gas worden opgeslagen en wanneer de
druk in de toevoerleidingen tijdens de spitsuren te laag wordt kan dit vanuit de
gashouder worden gecompenseerd".
Even verscheen aan de opgeklaarde lucht nog een donkere wolk: Een nieuwe
gashouder kostte ongeveer ƒ10.000,—. En dat alleen omdat slechts enkele dagen per
week de gasdruk gedurende een half uurtje te laag was.
Maar deze bui dreef voorbij toen gehoor werd gegeven aan het advies, dat luidde:
Ga eens proberen of jullie geen tweedehands gashouder kunnen begaan.
De directeur ging op onderzoek uit en kwam te weten dat Veenendaal en Santpoort
ieder een exemplaar in de aanbieding hadden. Die van Santpoort leek de geschiktste
en de directeur had er reeds een bod van 500,— op gedaan. Wanneer dat lukte zou
het met inbegrip van vervoers- en plaatsingskosten en daarbij opgeteld nog die van
een goede fundering, 3500,— gaan kosten.
Deze wetenschap werd schriftelijk aan de leden van de gascommissie toegezonden.
Onder geheimhouding, zoals altijd.
Want de gasfabriek was gewoon om geheimzinnig te doen. De vergaderingen van de
commissie waren niet voor derden toegankelijk en slechts met mondjesmaat werd
verslag van het besprokene aan de buitenwereld uitgebracht.
En toch werd het verhaal van een gashouder in St. Pancras lang en breed uit de
doeken gedaan door de Langedijker Courant!
Reeds toen hadden officiële instanties te maken met het verschijnsel "lekkages".
Men behoefde niet lang te zoeken naar het lek: het lid van de gascommissie, de heer
Keizer, was tevens de uitgever van de Langedijker Courant.
Het bestuur was hierover zo boos dat het dreigde geen stukken meer aan de leden
van de gascommissie te zullen sturen. Natuurlijk kwamen dezen hiertegen in
opstand: men moest de goeden niet met de kwaden straffen.
Op 21 juli 1925 werd de gashouder te St. Pancras in gebruik worden genomen en
hield het gemopper over het slechte gas op.
De toen net gereedgekomen woningen aan de Kerkelaan van St. Pancras konden
meteen worden aangesloten en in 1927 konden de Zuideinders en later ook de over
het spoor, in de gemeente Oudorp wonende "Pancrassers" een gasaansluiting
krijgen.
74