Wat de heer Vlug toen precies heeft gezegd, is moeilijk te achterhalen. In de
raadsnotulen wordt vlug en bedekt verteld: Bij de Rondvraag bespreekt de heer Vlug
de belangen der arbeiders en vindt dat van deze mensen teveel wordt gevergd. De
burgemeester en twee raadsleden zullen dit bespreken in de commissie.
Dat de directeur toch wel hart had voor zijn mensen toonde hij door aan de
commissie voor te stellen om de lonen voor de mensen in de fabriek als volgt te
verhogen:
Het loon voor een baas werd 14,— vrij gas.
Een fitter ging naar10,~
Een le stoker13,
Een 2e stoker12,—
Een hulp stoker11,— Alles per week..
In 1913, het eerste jaar dat St. Pancras was aangesloten op de gasfabriek, maakte
men een winst van bijna 10.000,—. Hiervan ging 7000,— in de vier sleutelkast en
de rest werd gebruikt voor de exploitatie van de gasfabriek.
Het nas schoot tekort
Wanneer men aan iemand uit St. Pancras vroeg: "Wat vindt u van het gas, voldoet
het, bent u tevreden?" kreeg men vermoedelijk als antwoord: "Wanneer er
voldoende gas is, dan is het inderdaad een hele vooruitgang, maar vaak is de gasdruk
veel te laag en dan duurt het lang eer de piepers gaar zijn." Geen wonder dat er in de
gemeenteraad van St. Pancras geluiden klonken over het slechte gas en dat in
november de gascommissie per brief werd bericht dat het gas slecht was en men 's
avonds geen licht had. Vooral rond het middaguur en 's avonds, wanneer iedereen
het licht op had, schoot de fabriek tekort.
Toen dit in de gascommissie werd besproken zei de directeur dat hij bij de
bestudering van de aansluiting voor St. Pancras een fout had gemaakt. Hij ging toen
van de veronderstelling uit dat de fabriek ongeveer in het midden stond en dat de
mensen ten noorden van de fabriek ongeveer evenveel gas zouden afnemen als de
klanten aan de zuidkant van de fabriek. In de praktijk bleek nu dat er in de richting
van Oudkarspel de helft meer werd gebruikt dan in de richting van St. Pancras. Dit
euvel zou alleen met nieuwe buizen zijn te verhelpen. Hoe dit moest wist hij niet,
65