Laten we eerst eens gaan kijken hoe deze kwalijk ruikende gasluchten waren ontstaan - of beter - hoe de gasfabriek in de Langedijk tot stand was gekomen op de plaats waar nu in Noord-Scharwoude nog de straatnaam 'GASPAD' herinnert aan de fabriek, die daar eens stond. Een gasfabriek wordt geboren. Om te beginnen dit: Eens zag ik dat iemand een lange witstenen Goudse pijp ter hand nam. Zo ééntje als onze overgrootvaders vroeger uit een rekje aan de muur trokken en waarmee ze er dan lustig op los dampten in de tijd dat men zich nog niet bewust was van de gevaren die aan dit nicotinegebruik kleefden. De door mij bedoelde mijnheer gebruikte de lange witte pijp echter niet om er tabak in te stoppen, maar vulde de pijpenkop met steenkoolgruis. Toen hij dit gedaan had dekte dit hij het zwarte goedje met een taaie leemlaag af, zodat er geen lucht bij kon komen. Vervolgens hield hij de aldus gevulde pijpenkop in een brandende vlam met de woorden: Nu moetje goed kijken. Na enige tijd zag ik uit de steel van de pijp een blauwe walm komen. Op dat moment streek die mijnheer een lucifer aan, hield die bij het uiteinde van de steel. De walm begon te branden, waarop die mijnheer zei: "Ziehier, een gasfabriek in het klein". Op dit beginsel: 'verhit steenkool in een afgesloten ruimte en er komt steenkoolgas vrij' rustte ook de in 1909 gebouwde gasfabriek te Noord-Scharwoude. In een Alkmaarsche Courant van 1909 stond een bericht uit St. Pancras dat ongeveer als volgt luidde: Op de avond van de eerste april gaf onze muziekvereniging een uitvoering in de zaal van Greeuw. De heren van Concordia speelden een tiental muzieknummers. Het talrijke publiek beloonde hun mooie muziek met luide toejuichingen. Eveneens waren de aanwezigen erg content met de voordrachten die tussen de muziekstukken door afwisselend ten gehore werden gebracht. Toen ik dit bericht las dacht ik: Daar heb je de radio en t.v. van die tijd, maar ook kwam bij mij de gedachte boven: Waarmee zou de heer Greeuw zijn zaal verlicht hebben en hoe goed zou die verlichting zijn geweest Elektriciteit was hier nog niet, (licht)gas evenmin. Naar alle waarschijnlijkheid gebruikte Greeuw hiervoor petroleumlampen. Bij deze lampen werd de vlam beschermd door een glazen koker, ze waren doelmatiger en gaven meer licht dan de drijvertjes op raapolie. 56

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2003 | | pagina 58