Enkele dagen later vergaderde de gemeenteraad van St. Pancras. Nu was de tijd rijp
om met een verwonderd gezicht enkele vragen te stellen aan de burgemeester over
deze vreemde gang van zaken bij het gasbestuur.
Van Kampen stelde de volgende vragen:
1Was burgemeester Kroonenburg, als bestuurslid van de gasfabriek, ervan op de
hoogte dat burgemeester Kroon van plan was om als secretaris te bedanken?
2. Indien U dit wel wist, heeft het gehele bestuur dan ook vergaderd over de vraag of
de heer Reinders als nieuwe secretaris zou worden benoemd en was U het daarmee
eens
3. Burgemeester Kroonenburg, als vice-secretaris van het gasbestuur was U de
aangewezen man om burgemeester Kroon als secretaris op te volgen. Hebben de
andere bestuursleden daar nog met U over gesproken
4 Indien u vraag 2 en 3 ontkennend moet beantwoorden, bent U dan met mij van
mening dat het bestuur in dezen van de juiste weg is afgeweken en is men met opzet
U voorbijgegaan om de voorzitter van de Gascommissie de kans te geven zijn doel
te bereiken?
Wordt met deze gang van zaken de goede samenwerking niet in gevaar gebracht en
moet de benoeming van de heer Reinders als onwetmatig niet worden vernietigd?
Na deze voorzet kon de burgemeester toen publiekelijk verklaren dat hij wel wist,
dat de burgemeester van Zuid-Scharwoude het bijltje erbij neer ging gooien, maar
dat de andere bestuursleden niet met hem, Kroonenburg, hadden gesproken over de
vraag wie nu het secretariaat zou moeten uitoefenen.
Buiten zijn medeweten waren de anderen met een voorstel gekomen, het had er alle
schijn van dat men het secretariaat in de Langedijk wilde houden.
Natuurlijk was hij het niet met deze gang van zaken eens en het was inderdaad juist
dat die indruiste tegen het huishoudelijk reglement van het bestuur.
(Iedereen die dit hoorde kon nu concluderen dat de Langedijkers onder één hoedje
hadden gespeeld en zich niet aan het huishoudelijk reglement hadden gestoord).
Om dit nog duidelijker aan de orde te stellen lag er in de daaropvolgende vergade
ring van de Gascommissie een brief van het Gemeentebestuur van St. Pancras op
tafel.
Deze bevatte de boodschap: Heren van het bestuur en van de gascommissie, de
benoeming van de heer Reinders tol secretaris van het bestuur is onwettig. In het
54
