plaatjes van het dorp, waarvan hij zoveel hield. En nu zijn de mensen van onze
vereniging hem hiervoor erg dankbaar. Van ons vroeger zo kleine dorp bezitten we
een schat aan foto's en veel ervan maakte hij.
Eens ging er een stelletje jongen stiekem op visite. Onopgemerkt wisten ze in de
tuin van de dominee te komen, waar een heel stel appel- en perenbomen groeiden.
Ze zochten en plukten heel wat bij elkaar en ieder had flink wat appeltjes en peertjes
in zijn broekzakken of onder zijn blouse gestopt. Ze stonden er bol van. Toen ze
even stilletjes wilden verdwijnen als ze waren gekomen, werd hun pad plotseling
gekruist door de vrouw van de dominee. "Zo jongens," zei ze, "dat vind ik nu echt
leuk dat jullie ons eens opzoeken. Kom maar even mee naar binnen." De heren
waren zo goed niet of ze moesten haar volgen naar de keuken. Daar werd iedereen
heel vriendelijk een stoel gewezen en vervolgens zei de mevrouw: "Jullie lusten
zeker wel een glaasje limonade?" Terwijl ze het zei deelde ze reeds de bekers uit en
vulde deze. De jongen hadden niet veel te vertellen en zachtjes mompelend: "Dank u
wel" gingen ze weer terug, Ik meen niet dat ze de boomgaard daarna nog eens met
een bezoek hebben vereerd.
Kwajongens hielden ook wel eens huis in de bomen, die langs de Twuyverweg en
voor de Herdershoeve groeiden. Vooral wanneer de kastanjes rijp waren. In 1895
vonden de heren uit het gemeentehuis dat de jongelui zo te keer waren gegaan en om
daaraan paal en perk te stellen besloten ze om de kastanjebomen bij de pastorie te
rooien en langs de Twuyverweg een stel jonge iepenbomen te planten. Buurman de
dominee vond dit een waardeloos plan. Hij klom meteen in de pen en vroeg de heren
dit plan te herzien. Hij wilde graag die mooie kastanjebomen voor zijn huis in stand
houden en stelde voor om jaarlijks, zodra de bomen waren uitgebloeid, de vruchten
op zijn kosten te laten verwijderen. Dit bracht de raad tot het besluit deze bomen te
laten staan en vier populieren te rooien en deze te vervangen door een paar iepen en
een kastanjeboom.
Van de laatste dominee die in de Herdershoeve woonde werd verteld, dat hij één van
de eersten was, die een bromfiets bezat en bereed. Gehuld in een grote groenkleurige
gascape tufte hij door het dorp en verwierf op die manier de titel: "Het vliegend
evangelie".
Maar, op haar verzoek, bromde hij ook met zijn vrouw naar het strand. Deze dame
probeerde met het opsnuiven van zeelucht een einde te maken aan haar verkoudheid
en dat gelukte haar wonderwel.
49