de 18-jarige Annie met haar broertje Harry en zus Ina had gezocht en die, op
de petroleumkachel verhit, uitstekende diensten bewezen als "bedkruik"
Ruim is het er niet, in het kamp. De familie Roos moest zes bedden in het
slaapkamertje stouwen en een zevende ledikant in de woonkamer als divan
gebruiken om iedereen een plaatsje te geven. Maar de geruchten, dat het er
slecht is spreekt Annie met alle nadruk tegen. Ook het eten is er niet slecht,
zoals wel eens is beweerd. Wij laten haar thans verder aan het woord.
Op 1 Juli arriveerde ons gezin in Sydney.
Een stad met slonzige havenbuurten en prachtige
winkelstraten, waar ik, kersvers uit Sint Pancras, mijn
eerste boodschappen deed.
Ik was in gezelschap van mijn broer en enige kennissen van
de boot, van wie er één weliswaar goed Engels sprak, maar
onder geen beding mij te hulp wilde komen, ik moest me
zelf maar redden, vond hij, en dat gelukte, zij het wat
stuntelig en gebrekkig, ik kwam mét de boodschappen naar
buiten.
Ons groepje dwaalde door de stad, beklom de hoge
Harbour-bridge en moest tenslotte in allerijl terugkeren om
nog op tijd aan boord te komen voor het avondeten.
Het afscheid.
Toen kwam het afscheid: een vaarwel aan de vrienden, die wij aan boord hadden
gemaakt en een afscheid van de bemanning van het schip, dat ons over de zeeën naar
het nieuwe vaderland had gedragen. Toen de autobussen de kade opdraaiden werd
de scheiding een feit. De band met Nederland, die wij op het schip nog altijd hadden
gevoeld, was verbroken. Vóór ons lag een nieuwe toekomst, die vooreerst bestond
uit twee-en-een-half uur wachten op het kille perron in een steeds kouder wordende
nacht. Neus en oren leken wel ijsklompen toen eindelijk de trein arriveerde, die ons
gezin met nog vele andere families, zeven uur lang over de glimmende staven zou
voorttrekken naar het kamp Bathurst, waar duizenden emigranten worden
Oma en opa Roos
2