Het Provinciaal College beschikte zelf ook over financiële middelen en kon invloed
uitoefenen over de besteding van andere gelden.
Vandaar dat deze heren regelmatig steunaanvragen kregen van kerken uit de
provincie.
Eén van de om geld vragende kerken was die van St. Pancras, een andere was de
Ned. Herv. Kerk van Oudorp.
Hieronder eerst het verhaal van Oudorp, want hun aanvraag werd ruim 20 jaar
eerder ingediend dan die van St. Pancras.
Gedurende lange tijd was zowel de N.H. kerk van Oudorp als die van Oterleek niet
groot genoeg om zelfstandig te kunnen bestaan en moesten ze samenwerken. De
samenwerking bestond er vooral uit dat ze gezamenlijk een predikant beriepen en
betaalden. Ook hadden beide kerken een gezamenlijke kerkenschuit aangeschaft,
's Morgens preekte de dominee in de ene kerk, 's middags in de andere en met de
schuit kon hij van de ene naar de andere plaats reizen.
Elke plaats zorgde voor zijn eigen kerkgebouw, (reparaties, verwarming, schoon
houden e.d.).
De pastorie van de dominee stond in Oudorp en was voor rekening van Oudorp.
En daar wrong de schoen. Het huis was oud, het werd bouwvallig. Steeds hadden de
Oudorpers geprobeerd het huis zo goed mogelijk te onderhouden, maar niet altijd
was daarvoor voldoende geld aanwezig. Ze hadden wel eens aan die van Oterleek
gevraagd om ook een gedeelte van het onderhoud voor hun rekening te nemen, maar
steeds werd dit geweigerd.
In 1841 waren de Oudorpers er geheel mee aan. Ze vroegen de Alkmaarse
stadsarchitect: "Wilt U onze pastorie eens bekijken en ons adviseren, hoe we dat
probleem het beste kunnen oplossen?" Deze mijnheer voldeed aan dit verzoek en
rapporteerde: "Het huis is in een redelijke staat te brengen voor 2000,—. Maar dan
hebben de Oudorpers nog geen pastorie, want daarvoor is dit huis totaal ongeschikt.
Wanneer men een goede pastorie wil, moet er een nieuwe gebouwd worden en dat
gaat ongeveer 5000,— kosten.
Toen het Provinciaal College met dit probleem werd geconfronteerd antwoordde
het: "Jullie moeten dit als Oudorp en Oterleek samen doen. Wel kunnen jullie hierbij
in ogenschouw nemen dat Oudorp 132 en Oterleek 95 leden heeft.
Vertel eens hoeveel jullie samen kunnen bijdragen, dan willen wij wel eens kijken of
we het resterende uit andere bronnen kunnen bijpassen."
32