Ook een dominee moest een dak boven zijn hoofd hebben.
Het klinkt een beetje vreemd in onze oren. Maar er is een tijd geweest dat het
Ministerie van Waterstaat zich moest bemoeien met kerkelijke zaken. Vandaar dat er
nu in het archief van dit ministerie onderwerpen gevonden worden, die betrekking
hebben op de Nederlands Hervormde Kerk. Gedurende lange tijd was de Hervormde
kerk Staatskerk. Dit hield o.a. in dat voor een aantal zaken de goedkeuring van Z.M.
de Koning gevraagd moest worden. Of Zijne Majesteit zich werkelijk in de kwestie
verdiepte of het overliet aan Zijn Kabinet of een Minister, is een andere zaak. In het
onderstaande artikeltje komen deze dingen zijdelings ter sprake.
Wanneer iemand lid is van een voetbalvereniging, bijvoorbeeld "Vrone", dan moet
deze persoon aan zijn of haar club contributie of lidmaatschapsgeld betalen, laten
we zeggen 50,— per jaar. Het grootste gedeelte van dit bedrag wordt voor de
vereniging gebruikt, een klein gedeelte is de bondsafdracht die voor ieder clublid
aan de KNVB moet worden betaald.
Met de kerk is het weinig anders gesteld. Van ieder kerklid wordt verwacht dat hij of
zij op geregelde tijden een zeker bedrag aan de plaatselijke kerk betaalt. Ook van dit
bedrag wordt iets afgedragen om o.a. het bondsbureau van de landelijke kerk in
stand te houden. Daarnaast doet de kerk aan diaconaal- en zendingswerk, zowel hier
als elders op de wereld en het daarvoor benodigde geld wordt omgeslagen over de
plaatselijke kerken. Iedere kerk krijgt bericht hoeveel deze moet bijdragen voor de
gezamenlijke acties. Hoe hoog dit bedrag is, hangt af van het aantal leden en de
welstand van deze mensen. De kerk zou de kerk niet zijn wanneer ze daarvoor niet
een Latijns woord gebruikte, nl. het quotum.
Waarom deze inleiding?
Omdat op de volgende bladzijde een gedeelte van de quotisatielijst uit het jaar 1863
is afgedrukt. Deze lijst werd gemaakt door het Provinciale bestuur van de Ned.
Hervormde Kerk in Noord Holland.
Men hield toen met twee factoren rekening, nl. de Klas en de Rang van de
plaatselijke kerken. Ik vermoed dat met 'klas' de welstand en met 'rang' het aantal
leden van een plaatselijke kerk wordt aangegeven.
28
